Selecteer een land
Selecteer uw land om het nieuws van uw lokale Europarlementariërs te volgen:
De landen hieronder publiceren geen inhoud in uw taal. Selecteer een land als u nieuws in het Engels of in de nationale taal(en) wilt volgen:
Geselecteerde taal: Nederlands
Waar bent u naar op zoek?
07.10.2024
Een Europa dat beschermt en staat voor echte vrede: bouwen aan een Europese defensie-unie
Belangrijke opmerking
Dit document is automatisch vertaald.
Het tempo van de geopolitieke veranderingen is dramatisch en de wereld is gevaarlijker geworden. De aanvalsoorlog van Rusland tegen Oekraïne, de raketaanval van Iran op Israël en de door Iran gesteunde terroristische aanval van Hamas op Israël illustreren de toenemende wereldwijde instabiliteit. Tectonische verschuivingen in het geopolitieke en veiligheidslandschap bedreigen onze Westerse wereld en onze waarden. Autoritaire actoren, zoals Rusland en China, voeren een steeds agressiever buitenlands beleid om hun belangen wereldwijd te bevorderen, met politieke en economische middelen, maar ook met militaire middelen. Dit omvat ook het gerichte gebruik van desinformatie en cyber- en hybride aanvallen, met als doel de stabiliteit van onze democratische samenlevingen te ondermijnen. Daarnaast destabiliseert de kwaadaardige invloed van autoritaire regimes de Europese weg van kandidaat-lidstaten en probeert deze te doen ontsporen, zoals in het geval van de Westelijke Balkan. Wereldwijde conflicten verdiepen geopolitieke breuklijnen, die tegelijkertijd ook onze partnerschappen over de hele wereld op de proef stellen. Naast onze oostelijke buurlanden verslechtert de regionale stabiliteit in het Middellandse Zeegebied, op het Afrikaanse continent en in het Midden-Oosten. Tegelijkertijd blijft het noordelijke deel van de Republiek Cyprus bezet door Turkse troepen. Bovendien is het militair-strategisch belang van de Artic-regio de afgelopen jaren exponentieel toegenomen. Tot slot blijven internationaal islamitisch terrorisme en religieus radicalisme een grote bedreiging vormen voor de interne en externe veiligheid. Dit alles vraagt om een alomvattende 360-gradenaanpak en een gezamenlijke dreigingsanalyse.
In de afgelopen tien jaar hebben Moskou en Peking hun defensiebudgetten met respectievelijk bijna 300% en 600% verhoogd. De EU-lidstaten daarentegen hebben hun defensie-uitgaven met slechts 20% verhoogd. Zelfs nu nog hebben niet alle Europese NAVO-bondgenoten de doelstelling van 2% van het BBP voor defensie-uitgaven gehaald. Velen die dat wel hebben gedaan, hebben dat pas onlangs gedaan.
Voor de EVP blijven de nauwe trans-Atlantische relatie en samenwerking met de Verenigde Staten binnen het kader van de NAVO de hoeksteen van onze veiligheid. Dit ontslaat ons echter niet van de verplichting dat wij, Europeanen, onze eigen belangen moeten kunnen verdedigen door onze eigen complementaire en interoperabele defensiecapaciteiten op te bouwen en tegelijkertijd onnodige doublures met betrekking tot het NAVO-kader te vermijden. Een echt partnerschap betekent gedeelde verantwoordelijkheid, gezamenlijke inspanningen en gelijke lastenverdeling. Deskundigen waarschuwen dat Rusland binnen de komende vijf jaar in staat zal zijn om een grootschalige aanval op de EU en de NAVO uit te voeren. Daarom moet Europa eindelijk zijn veiligheid in eigen handen nemen en in staat en bereid zijn om zichzelf en zijn belangen te verdedigen. In dit licht roepen we op tot een echt strategisch partnerschap tussen de EU en de NAVO. Alleen samen kunnen we onze veiligheid en welvaart op lange termijn garanderen. We moeten accepteren dat de tijd van het vredesdividend voorbij is en we moeten doortastende maatregelen nemen om de veiligheid van onze Unie en onze burgers te garanderen. Onze eerste stap zou daarom moeten zijn om het Strategisch Kompas van de EU te actualiseren en te implementeren om de omvang van onze dreigingsomgeving te weerspiegelen.
De EVP heeft consequent haar bereidheid getoond om een sterke defensiepost in Europa te promoten om onze burgers te beschermen tegen de talrijke bedreigingen waarmee we geconfronteerd worden. Wij zijn de politieke kracht die staat voor een Europa dat zichzelf kan verdedigen en tegelijkertijd diegenen steunt die vechten voor Europa en onze fundamentele waarden. Wij stonden en zullen ons blijven scharen aan de zijde van Oekraïne, dat moedig vecht voor onze Europese manier van leven. Het is op de Oekraïense slagvelden dat over de toekomst van Europa wordt beslist. We zullen Oekraïne steunen zolang het nodig is om deze oorlog te winnen.
Als de leidende en grootste politieke kracht in het Europees Parlement hebben de Europeanen de EVP bij de laatste verkiezingen opnieuw een duidelijk mandaat gegeven. Het is de hoogste tijd om een echte Europese defensie-unie op te bouwen. We weten dat de tijd dringt: we moeten dringend werk maken van een systematische revisie van de Europese defensie. Dit betekent een ambitieuzere financiering van onze defensie om onze Europese defensie-industrie naar een hoger niveau te tillen. Het is hoog tijd dat we de bestaande instrumenten ten volle benutten en ambitieus zijn wanneer we beslissingen nemen over toekomstige begrotingen. Een belangrijk element hierbij moet ook een toename van publiek-private partnerschappen zijn en een stimulans voor onze vele kleine en middelgrote ondernemingen, die de sleutel tot onze innovatie vormen.
Voor de EVP moet het volgende decennium het decennium van de Europese defensie worden. We eisen en zullen daarom aandringen op een focus op vijf kernpunten:
De interne markt van de EU is een succesverhaal. De interne markt heeft de economie van de EU gestimuleerd, het bedrijfsleven versterkt en kansen en betere diensten voor onze burgers gecreëerd. Op defensiegebied blijft de markt echter gefragmenteerd en overwegend nationaal, met beperkte concurrentie. De aanhoudende inefficiëntie van de Europese defensiemarkt leidt tot onnodig dubbel werk, geringe effectiviteit van defensie-uitgaven en dus verspilling van het geld van de Europese belastingbetaler. Deze omstandigheden belemmeren de ontwikkeling van de strijdkrachten van de lidstaten en vormen een obstakel voor onze veiligheid. Het is verre van ideaal dat de EU-lidstaten nog steeds 78% van hun militaire uitrusting betrekken uit bronnen buiten de EU. De oorlog in Oekraïne toont ook aan dat een versnipperd capaciteitenlandschap en het gebrek aan productie- en reparatiecapaciteit leiden tot lange en kwetsbare aanvoerlijnen voor munitie, reserveonderdelen en onderhoud. De verwaarloosde implementatie van een echte interne markt voor defensie beperkt ons vermogen om mogelijke agressors op geloofwaardige wijze af te schrikken en onszelf te verdedigen tegen een gewapende aanval. Wij roepen daarom op om een einde te maken aan het misbruik van de vrijstellingsclausule van artikel 346 VWEU en de compensatievereisten. 346 VWEU en compensatievereisten bij defensieaankopen door de bestaande wetgeving op dit belangrijke gebied grondig te herzien en aan te passen. Verder moet het waarborgen van de voorzieningszekerheid - met name voor kleinere lidstaten - een prioriteit zijn, waarbij hun industrieën moeten kunnen deelnemen aan gezamenlijke aanbestedingen zonder hun toevlucht te nemen tot protectionistische maatregelen. Het is duidelijk: we hebben een echte interne markt voor defensie nodig en we moeten het aandeel van de intra-Europese handel in defensie aanzienlijk vergroten. Dit is ook de beste manier om het mondiale concurrentievermogen van onze industrie te bevorderen. We moeten dringend onze Europese Defensie Technologische en Industriële Basis (EDTIB) uitbreiden en ervoor zorgen dat deze opgeschaalde militaire productie uiteindelijk onze Europese legers bevoorraadt.
Een volwaardige interne markt voor defensie moet aanzienlijke investeringen in onze industriële capaciteit met zich meebrengen, grensoverschrijdende belemmeringen wegnemen en de ontwikkeling van pan-Europese waarde- en toeleveringsketens bevorderen. We moeten de productie dringend optimaliseren door standaardisering, wederzijdse erkenning van certificering en prioritering. De Commissie moet wetgevingsinstrumenten voorstellen die het gebruik van militaire NAVO-normen helpen garanderen, de interoperabiliteit waarborgen en de samenwerking bevorderen. We moeten ook dringend prioriteit geven aan onze inspanningen om de overeengekomen capaciteitsdoelen te halen en onze afhankelijkheid te verminderen, vooral met betrekking tot systemische concurrenten, en om de nodige infrastructuur te ontwikkelen. Dit zou de economische efficiëntie aanzienlijk vergroten en onze industriële productiecapaciteiten voor defensiegoederen opschalen en daarmee tegemoetkomen aan de langetermijnvraag naar Europese militaire productie.
We moeten Oekraïne integreren in onze Europese defensiemarkt en de EDTIB om zijn innovatieve potentieel te benutten en te leren van hun ervaringen in de oorlog die Rusland hen heeft opgedrongen. Alleen door onze gemeenschappelijke bestaande militaire capaciteiten te verbeteren, zullen we het hoofd kunnen bieden aan agressors zoals het Rusland van Poetin. Dit zal Oekraïne helpen en al onze burgers veiliger maken. Tegelijkertijd moet de Unie de deelname van kandidaat-lidstaten die op één lijn liggen met de EU in het GBVB/GVDB, met name de landen van de Westelijke Balkan, aan huidige en toekomstige programma's in verband met de defensiesector vergemakkelijken.
De EVP is al de drijvende kracht geweest achter initiatieven voor gezamenlijke militaire aankopen, zoals de European Defence Industry Reinforcement through the Common Procurement Act (EDIRPA), en we zullen het European Defence Industrial Development Programme (EDIP) stimuleren. Er is echter veel meer gezamenlijke aankoop en samenwerking op lange termijn nodig, en de EVP zal aandringen op de ambitieuze implementatie van de recente Europese Defensie Industriële Strategie (EDIS). We willen ook de kosten verlagen door gezamenlijke aankopen en sterker worden door gezamenlijke militair-technologische capaciteiten, vooral op het gebied van strategische enablers zoals luchttransport, verkenning, bewaking, cyber en ruimte. Daartoe moeten we onze gezamenlijke aankoopinspanningen verdubbelen om uiteindelijk het doel van 35% te bereiken, een evenwicht tussen economische efficiëntie en militaire effectiviteit. We moeten innovatiever worden en de meest gunstige omgeving voor onze bedrijven en KMO's creëren. Daartoe moeten we alle beschikbare opties in de EU-Verdragen benutten, waaronder Permanente Gestructureerde Samenwerking (PESCO).
We moeten onze investeringen in opkomende en ontwrichtende defensietechnologieën aanzienlijk verhogen, met inbegrip van cyberdefensie, ruimtevaart, nieuwe materialen en fabricage, kunstmatige intelligentie, kwantumcomputing, cloudcomputing, het internet van de dingen (IoT), robotica, biotechnologie en nanotechnologie. In deze context moeten we het volledige innovatiepotentieel van onze Europese bedrijven benutten. De ruimte en cyberspace zullen waarschijnlijk van cruciaal belang zijn in toekomstige conflicten, waardoor de EU moet investeren in het verbeteren van de capaciteiten en veerkracht van agentschappen zoals het Satellietcentrum van de Europese Unie. Daarnaast hebben we een Europese capaciteit nodig voor situationeel bewustzijn in het cyber- en informatiedomein, met het oog op de oprichting van een Europese cyberbrigade en een Europese bewustzijnscapaciteit voor het ruimtedomein.
De EU moet samen met haar lidstaten en in nauwe samenwerking met onze trans-Atlantische partners ook ambitieuze Europese projecten aanpakken, zoals een gemeenschappelijk en interoperabel raketschild, een Europees nucleair schild en een Europees Agentschap voor geavanceerd onderzoek op het gebied van defensie in de stijl van DARPA. Er is duidelijk vraag naar een gemeenschappelijke Europese ambitie voor technologische innovatie in de defensiesector. Van onderzoek tot financiering tot toepassing, we moeten defensie in holistische Europese termen zien. We moeten de steun voor onderzoek en ontwikkeling van defensiecapaciteiten verhogen en zorgen voor een betere verbinding tussen onze strijdkrachten, de academische wereld, de industrie en investeerders. Dit is essentieel om de ontwikkelingscycli te verkorten en de producten sneller op de markt te brengen. We moeten de huidige ontwikkelingen analyseren en lering trekken uit de oorlog in Oekraïne om te zien welke nieuwe technologieën, zoals drones, nodig zullen zijn voor de toekomst van de Europese defensie en om industriële capaciteiten voor deze technologieën te ontwikkelen. We moeten de bureaucratie verminderen en de betrokkenheid van KMO's bevorderen, publiek-private partnerschappen versterken en de opkomst van Europese kampioenen mogelijk maken door gebruik te maken van het volledige innovatieve potentieel van de hele EDTIB. We moeten ook maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat het mkb in de defensiesector in Europa blijft en blijft floreren.
Ons doel is om de Europese Defensie-Unie (EDE) te ontwikkelen, wat zou moeten leiden tot een sterkere afstemming van strategische culturen en een gemeenschappelijk begrip van bedreigingen. Tegelijkertijd erkennen we het beleid van militaire neutraliteit dat sommige lidstaten al lang voeren en respecteren we ten volle hun recht om te beslissen over hun eigen mate van betrokkenheid in een toekomstige EDE. De EVP overweegt een Defensie-Unie met geïntegreerde land-, zee-, lucht-, ruimte- en cybercapaciteiten, in samenhang met de NAVO, en met de Rapid Deployment Capacity (RDC) als een permanente en onmiddellijk beschikbare strijdmacht. De RDC moet worden gezien als een vertrekpunt en moet geleidelijk worden uitgebreid tot een "Europees korps" door extra troepenelementen uit de lidstaten in te zetten en hun operationele banden en interoperabiliteit te versterken. De gemeenschappelijke opleiding moet ook worden versterkt via het RDC, dat naast zijn militaire mandaat ook zijn humanitaire dimensie moet benadrukken als een strijdmacht die tot doel heeft de vrede te bewaren en levens te redden. We zien een noodzaak om de financiering en uitvoering van onze GVDB-missies en gezamenlijke defensieprojecten via PESCO te verbeteren. Militaire mobiliteit, cyber- en informatiedominantie en commando- en controlecapaciteiten zouden prioriteiten moeten zijn. Het actieplan 2.0 voor militaire mobiliteit dat de EU-Commissie in 2022 presenteerde, moet worden gevolgd door concrete maatregelen, met name een routekaart om een "militair Schengen" te verwezenlijken, waar militaire mobiliteit binnen de EU-grenzen is gewaarborgd. Om dit te bereiken, vragen we om een versnelling van de TEN-T-infrastructuur voor zowel civiele als defensiedoeleinden, zodat we snel troepen en materieel over wegen en rails kunnen verplaatsen als dat nodig is. Meer in het algemeen moeten we prioriteit geven aan de aankoop van uitrusting voor tweeërlei gebruik.
We moeten een volledig bemand en volledig uitgerust gezamenlijk hoofdkwartier opzetten dat de civiele en militaire instrumenten combineert om de geïntegreerde EU-aanpak van crisisbeheersing ten volle te benutten, van strategische planning en operationele concepten tot de feitelijke uitvoering van missies en operaties. Ook het inlichtingenanalysecentrum van de EU (INTCEN) moet worden versterkt. De EU en haar lidstaten moeten betere samenwerking aanmoedigen op het gebied van militaire inlichtingen en cyberbeveiliging door middelen te bundelen en informatie en databases te delen. Tot slot is het ons doel om op lange termijn een echte Europese defensie-unie te ontwikkelen met geïntegreerde Europese strijdkrachten te land, ter zee, in de lucht, in de ruimte en op cybergebied.
We moeten meer doen om onze maatschappelijke veerkracht als geheel te bevorderen. We moeten beter dan de populisten en de extremisten de uitdagingen van vandaag uitleggen en beter communiceren waarom het in ons aller belang is om een sterke defensie te hebben. Daarom moeten we beter worden in het tegengaan van buitenlandse informatiemanipulatie (FIMI) en beter in het verdedigen van onze democratieën en democratische samenlevingen. De mogelijkheid van militaire dienstplicht blijft een volledige nationale bevoegdheid.
We moeten dringend de nadruk leggen op meer, betere en gezamenlijke investeringen. Tegelijkertijd pleiten we voor minder regelgeving en een vermindering van de administratieve lasten. Het volgende meerjarig financieel kader (MFK) moet aanzienlijk meer middelen bieden om te innoveren en bij te dragen aan de Europese defensiebehoeften. Het aangekondigde Witboek over de toekomst van de Europese defensie moet concrete suggesties doen om de bepalingen van het Draghi-rapport te verwezenlijken, waarin wordt onderstreept dat er de komende tien jaar 500 miljard euro extra moet worden geïnvesteerd in de Europese defensiesector. We moeten nieuwe manieren zoeken om onze programma's te financieren. Dit zou een herziening van het mandaat van de Europese Investeringsbank (EIB) en extra BTW-vrijstellingen moeten omvatten. Leningen van de EIB moeten dienen als katalysator voor particuliere investeringen in de Europese defensie-industrie. De EVP eist dat een Europese Defensie-Unie wordt uitgerust met een toegewijd en ambitieus EU-budget. Defensie-uitgaven zijn immers een investering in onze eigen toekomst omdat ze leiden tot meer jobs, meer veiligheid en dus stabiliteit, wat de basis is voor onze welvaart.
Het is duidelijk dat een krachtige EDTIB de hoeksteen van de Europese Defensie-Unie moet zijn. Het is dringend noodzakelijk om het industriebeleid van de Unie te versterken en de steun voor de defensiesector op te voeren, die belangrijker is dan ooit om de soevereiniteit en integriteit van de EU-lidstaten te beschermen. Gezamenlijke investeringen en uitgaven op EU-niveau, die schaalvoordelen opleveren, zullen de lidstaten besparingen opleveren en bijdragen tot de harmonisatie van de defensiesector. Publiek-private partnerschappen zijn essentieel voor de financiering van defensie-investeringen, en we roepen op tot een harmonisatie van de ESG-criteriadefinities die door private financiële actoren zijn ontwikkeld, rekening houdend met de bijzonderheden van de defensie-industrie. De defensie-industrie staat voor uitdagingen bij het aantrekken van private financiering, dus we moedigen banken aan om hun beleid te versoepelen en de defensiesector essentiële toegang tot leningen te bieden. We eisen een herziening van vroegere en nieuwe wetgeving en taxonomie om ervoor te zorgen dat ze het best geschikt zijn om onze Europese defensie-industrie vooruit te helpen. Regelgeving en de stimulansen die daarin zijn voorzien, moeten slimme stimulansen zijn voor groei, innovatie en duurzame financiering voor defensie. Bovendien eisen we meer investeringen in onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten die verdere EU-samenwerking bieden en voorspelbaarheid garanderen voor particuliere industriële investeringen en de industrie. Een voorbeeld hiervan zou de oprichting van Europese defensieprojecten van gemeenschappelijk belang moeten zijn om de industriële samenwerking te coördineren. Daarnaast moet het Europees Defensiefonds grondig worden herzien. Wij dringen erop aan dat alle programma's en initiatieven van de Unie worden versterkt en in het kader van het volgende MFK worden samengevoegd tot één enkel instrument voor de Defensie-Unie.
Wij zijn verheugd over de benoeming van een commissaris voor de Defensie-Unie (DUC), die zowel defensie- als veiligheidsgerelateerde kwesties zal coördineren, de samenwerking zal bevorderen en zal zorgen voor samenhang tussen de instrumenten en initiatieven van de Unie. De DUC zal de weg effenen naar een echte Europese Defensie-Unie, zoals beoogd in de Verdragen, en bovendien de kloof overbruggen tussen de instrumenten en initiatieven van de Commissie en de Raad om de coherentie en doeltreffendheid te verbeteren. Daartoe moet de DUC het hoofd worden van het Europees Defensieagentschap (EDA) en de speciale vertegenwoordiger van de Raad voor de Defensie-Unie, die toezicht houdt op de PESCO. De DUC zal ook de samenwerking met de lidstaten bevorderen en ervoor zorgen dat er een groter EU-defensiebudget komt, dat zo efficiënt mogelijk moet worden besteed om gezamenlijke investeringen een meerwaarde te geven. De DUC moet ook de aanpak van paraatheid en crises harmoniseren. Samen met de HVVP moet de DUC de vaststelling van duidelijke veiligheidscriteria voor de lidstaten aanmoedigen en een EU-plan voor militaire paraatheid ontwikkelen, om zo onze gemeenschappelijke paraatheidsdoelstellingen te helpen bereiken. Tegelijkertijd moet de DUC de oprichting van een Defensieraad stimuleren, gelijkwaardig aan de Raad Buitenlandse Zaken. De DUC moet zich samen met andere relevante diensten ook richten op de beveiliging van onze zeeroutes. Het behoud van de vrijheid van scheepvaart moet een duidelijke doelstelling zijn van het nieuwe Europese defensiebeleid. Daarom moet de Unie bereid zijn een missie op zich te nemen om toezicht te houden op kritieke infrastructuur in de regionale zeeën rond Europa.
De eerste taak van de DUC moet zijn om een uitgebreide analyse te maken van de afzonderlijke defensie-industrieën van onze lidstaten. Door te begrijpen waar de sterke punten van elke lidstaat liggen, kan de EU gezamenlijke investeringen beter coördineren, de productie stroomlijnen en de efficiëntie van haar defensiesector vergroten.
Op het wereldtoneel moet Europa zijn strategische betrekkingen en onze samenwerking op defensiegebied met gelijkgestemde partners zoals de VS, het VK, Noorwegen, de Republiek Korea, Canada, Japan, Australië en Nieuw-Zeeland aanzienlijk verbeteren en verdiepen. Via deze partnerschappen moeten we meer doen om de veiligheid van onze toeleveringsketens voor defensie te verbeteren, wat cruciaal is voor ons leger. Europa moet ook sneller beslissingen nemen over het buitenlands en veiligheidsbeleid. Europa kan zijn belangen het beste behartigen en afdwingen als het met één stem spreekt.
1 available translation
Inhoudsopgave
6 / 54