Laten we de auto-industrie niet in de steek laten

Met 13 miljoen banen, 255 fabrieken en 15 miljoen geproduceerde voertuigen per jaar, goed voor 7% van het BBP van de EU, is het niet overdreven om te stellen dat de auto-industrie het kloppend hart is van de Europese industriële kracht. Ontworpen door briljante, visionaire ingenieurs, hebben Europa's iconische merken unieke expertise over de hele wereld geëxporteerd, opgebouwd in jaren van innovatie en passie. Helaas heeft dit kloppende hart het moeilijk, geleidelijk aan ondermijnd door verschillende economische factoren en politieke misstappen met desastreuze gevolgen. In Duitsland, Frankrijk, Italië en België worden elke dag fabriekssluitingen aangekondigd en waarschijnlijk duizenden werknemers ontslagen. Wanneer bedrijven die ooit een rotsvast vlaggenschip waren plotseling wankelen, wordt heel Europa door elkaar geschud. De situatie is kritiek; het gaat niet alleen om banenverlies, het gaat om de soevereiniteit van ons continent. Wij in de EPP weigeren werkeloos toe te kijken en blijven standvastig in onze overtuiging dat de toekomst van mobiliteit in Europa moet worden vormgegeven, niet in China.

De situatie is kritiek; het gaat niet alleen om banenverlies, het gaat om de soevereiniteit van ons continent. Wij in de EPP weigeren werkeloos toe te kijken en blijven standvastig in onze overtuiging dat de toekomst van mobiliteit in Europa moet worden vormgegeven, niet in China.

Om dit doel te bereiken zijn de nodige inspanningen nodig. Europa is al begonnen met reageren, met name door de tarieven op Chinese elektrische voertuigen drastisch te verhogen. Maar dat zal niet genoeg zijn. De eerste cruciale uitdaging is om bedrijven wat ademruimte te geven. In plaats van te innoveren, verspilt een ondernemer vandaag veel energie aan het beheren van regelgeving en het zoeken naar subsidies om eraan te voldoen. Dit is niet duurzaam. We kunnen doelen stellen, maar we moeten de industrie, ingenieurs en onderzoekers laten beslissen hoe ze die doelen willen bereiken. Natuurlijk helpt de versnippering van nationale wetgeving niet. Toch is het essentieel om de regels te harmoniseren en te vereenvoudigen en om uit deze absurde situatie te komen waarin we onze eigen economische spelers aan ons binden, ook al zijn zij in staat om te produceren wat essentieel is voor de welvaart van morgen. In die zin moet de volgende Commissie echte vooruitgang boeken bij het creëren van een echte interne markt, zowel voor goederen als voor kapitaal.

Bovendien kunnen we, nu de productie in gevaar is en de sector van de elektrische voertuigen te maken heeft met een ernstige crisis van de vraag, niet doorgaan alsof er niets aan de hand is. We moeten sancties voor Europese fabrikanten in 2025 vermijden en als sancties onvermijdelijk zijn, moeten ze opnieuw worden geïnvesteerd om de Europese automobielsector zelf te ondersteunen. Om ons concurrentievermogen te herstellen, hebben we een Europees plan nodig dat onze auto-industrie en de banen die zij creëert echt ondersteunt.

We moeten ook objectief zijn over wat niet werkt. De overgang naar elektrische mobiliteit in het "Fit for 55"-plan is een stap in de goede richting. Maar het doel om de verkoop van auto's met verbrandingsmotoren te beëindigen tegen 2035 lijkt meer dan ooit volledig onrealistisch. De Renew Group en linkse partijen hebben een fout gemaakt door wetgeving te maken die tegen onze industrie ingaat. Tijdens de campagne beloofde de EVP deze situatie aan te pakken en Ursula von der Leyen beloofde een herziening van de wetgeving voor te stellen. Gezien de kritieke situatie in de autosector mag deze kwestie geen taboe zijn. Het komende verbod op verbrandingsmotoren in 2035 moet worden teruggedraaid om technologische neutraliteit te weerspiegelen. Onze geschiedenis van innovatie toont aan dat technologische neutraliteit altijd een succesverhaal is geweest voor de Europese mobiliteit. Het toestaan van een mix van technologieën biedt de flexibiliteit om de klimaatdoelstellingen te halen zonder de innovatie te verstikken of de industrie te schaden.

Onze geschiedenis van innovatie toont aan dat technologische neutraliteit altijd een succesverhaal is geweest voor de Europese mobiliteit. Het toestaan van een mix van technologieën biedt de flexibiliteit om klimaatdoelstellingen te halen zonder innovatie te verstikken of de industrie te schaden.

Tot slot gaat de Green Deal over het creëren van banen in Europa, niet in China. In de eerste helft van 2024 waren Chinese merken goed voor meer dan 10% van de verkoop van nieuwe elektrische voertuigen in de EU, een opvallende stijging ten opzichte van de bijna nul in 2019. China controleert essentiële grondstoffen voor batterijen, terwijl de batterijproductie in Europa achterblijft. We hebben onze afhankelijkheid van Russisch gas niet verminderd om vervolgens afhankelijk te worden van Chinese batterijen. Zoals in het verkiezingsprogramma van de EVP staat, moeten we een nieuwe hulpbronnenstrategie ontwikkelen voordat het te laat is. We kunnen het ons niet veroorloven om nog een "zonnepanelenoorlog" te verliezen van China. We moeten ook de infrastructuur voor elektrische voertuigen sneller uitrollen. Om dit te bereiken moeten de EU en haar lidstaten goedkeuringsprocessen stroomlijnen en financiële stimulansen bieden. Dit zou helpen om snel meer oplaadstations te bouwen, ook voor woningen en zware bedrijfsvoertuigen.

Het vorige mandaat ging over de Green Deal, het volgende over concurrentievermogen. Daarom heeft de PPE-Fractie het initiatief genomen voor een topontmoeting met de CEO's van de Europese auto-industrie. President von der Leyen heeft aangekondigd dat ze ook een strategische dialoog over de toekomst van de auto-industrie in Europa zal organiseren. Als belangrijke sector van onze economie moeten we de lopende kwesties met de nodige urgentie aanpakken. We moeten het concurrentievermogen van Europa's industriële kern waarborgen.