Standpunt van de EPP-Fractie over de integratie van de Roma in de EU

22.06.2020

Standpunt van de EPP-Fractie over de integratie van de Roma in de EU

Belangrijke opmerking

Dit document is automatisch vertaald.


Originele versie weergeven
Integratieproces Roma

Inleiding

Al bijna een millennium wonen er Roma in Europa. Deze gemeenschappen hebben bijgedragen aan het rijke weefsel van ons leven en hebben de Europese identiteit en cultuur beïnvloed. Ze vormen de grootste minderheid in Europa. Van de naar schatting 10-12 miljoen Roma en Sinti die in Europa leven, wonen er ongeveer 6 miljoen in de EU en zijn ze EU-burgers.

Een aanzienlijk aantal Roma is goed geïntegreerd in onze samenleving. Ze werken, voeden kinderen op, betalen rekeningen en belastingen en dragen bij aan het welzijn van de samenlevingen waar ze deel van uitmaken. Er zijn echter ook Roma die geboren zijn in extreme armoede. Ze leven in precaire omstandigheden zonder toegang tot drinkwater en basisinfrastructuur. Velen van hen hebben geen goede identiteitspapieren. Ze hebben moeite om een vaste baan te vinden omdat ze niet voldoen aan veel functievereisten en beperkte kansen hebben om hun vaardigheden en competenties te ontwikkelen. Ze worden nog steeds geconfronteerd met ongelijkheid, wijdverspreide discriminatie en toenemende uitsluiting van hun niet-Roma medeburgers op belangrijke gebieden van het dagelijks leven, zoals toegang tot kwaliteitsonderwijs, werkgelegenheid, gezondheidszorg en huisvesting. Deze situatie belemmert niet alleen hun empowerment, maar heeft ook een negatieve invloed op de cohesie van de Europese Unie.

Dergelijke conclusies zijn de afgelopen jaren herhaaldelijk geformuleerd in tal van verslagen van verschillende belanghebbenden, waaronder resoluties van het Europees Parlement en de jaarlijkse mededelingen van de Europese Commissie over de vorderingen van de lidstaten bij de integratie van de Roma op basis van de gegevens van het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (FRA).

Ondanks de inspanningen die de voorbije jaren in de hele EU zijn geleverd om de situatie van miljoenen Roma te verbeteren, blijkt uit een aantal bevindingen van het onderzoek EU-MIDIS II van het FRA dat 80% van de ondervraagde Roma onder de armoededrempel van hun land leeft; dat een derde van de Roma in een huis zonder leidingwater woont; dat een derde van de Roma-kinderen in een huishouden woont waar de voorbije maand minstens één keer iemand met honger naar bed is gegaan; en dat 50% van de Roma tussen zes en vierentwintig jaar niet naar school gaat. In tijden waarin de EU ongekende welvaart, hoge sociale normen en grote kansen voor haar burgers heeft gecreëerd, zijn deze feiten schokkend en onaanvaardbaar.

Terwijl de EU wereldwijd het voortouw neemt bij de grote uitdagingen van onze tijd, zoals klimaatverandering en de digitale agenda, mag zij de aanhoudende precaire situatie van de Roma niet vergeten. Er zit niet alleen een morele en politieke, maar ook een economische noodzaak achter. De EU moet ervoor zorgen dat alle EU-burgers gelijke kansen krijgen.

De EU en de lidstaten delen, elk binnen hun eigen bevoegdheden, de verantwoordelijkheid voor de integratie van de Roma. Maatregelen voor echte verandering voor de Roma blijven echter in handen van de lidstaten. Sinds 2011 worden de inspanningen van de lidstaten geleid door en gemonitord in het kader van het "EU Framework for National Roma Integration Strategies up to 2020" als onderdeel van de bredere EU-agenda en het Europees semester. Hoewel zowel op EU- als op nationaal niveau een breed scala aan beleids-, wettelijke en financiële instrumenten is ingevoerd, is slechts beperkte vooruitgang geboekt.

De institutionele veranderingen en maatregelen voor de Roma op zowel EU- als lidstaatniveau, die nuttig zijn gebleken, moeten worden erkend. Helaas is er na bijna tien jaar tenuitvoerlegging van het bovengenoemde EU-kader echter weinig veranderd in de dagelijkse realiteit van kwetsbare Roma.

Het is duidelijk dat zonder een grotere betrokkenheid van de EU en de lidstaten de sociale kloof in onze samenlevingen verder zal toenemen, de regionale verschillen zullen verdiepen en de kloof tussen Roma en niet-Roma zal blijven groeien.

De EU heeft een nieuwe start nodig en moet zich meer richten op resultaten

De goedkeuring van het "EU-initiatief voor de gelijkheid en integratie van de Roma tot 2030" door de Europese Commissie, die voor het einde van dit jaar is gepland, biedt een unieke kans om een nieuwe impuls te geven aan het lopende EU-integratieproces van de Roma dat plaatsvindt in het kader van het "EU-kader voor de nationale strategieën voor integratie van de Roma tot 2020".

De afgelopen jaren zijn veel problemen vastgesteld. Als gevolg daarvan is beleid ontwikkeld en zijn beleids-, financiële en juridische instrumenten ingevoerd. De doeltreffende, resultaatgerichte uitvoering daarvan, geschraagd door een sterk politiek leiderschap en aanhoudende inzet op alle niveaus (EU, nationaal, regionaal en lokaal), verliep echter traag. Het ontbreken van deze cruciale componenten heeft in feite geleid tot het mislukken van het tot dusver ondernomen proces.

Om het proces van integratie van de Roma tot 2030 geloofwaardig en succesvol te maken, is een fundamentele verandering van aanpak nodig.

Het is duidelijk dat de situatie in een aantal EU-lidstaten zorgwekkend is. De nationale inspanningen voor de integratie van de Roma moeten in alle EU-lidstaten worden opgevoerd. Er moet nog meer nadruk worden gelegd op de lidstaten waar een ondoeltreffend proces van integratie van de Roma macro-economische problemen oplevert, de regionale verschillen vergroot en zo de sociale cohesie in de EU belemmert. Dit geldt met name voor EU-lidstaten met een aanzienlijke Roma-bevolking. De EU-steun aan deze landen moet worden afgestemd op de uitdagingen. In deze landen moet meer aandacht worden besteed aan de doeltreffendheid van beleid en maatregelen.

In dit verband is de invoering van degelijke en grondige monitoring- en evaluatiesystemen van vitaal belang.

Positieve, duurzame en blijvende veranderingen moeten kunnen worden bereikt door mainstreamhervormingen, terwijl gerichte maatregelen deze hervormingen moeten aanvullen. De ervaring heeft geleerd dat het beperken van het proces van integratie van de Roma tot op integratie gerichte projecten slechts beperkte resultaten oplevert, vooral wanneer er geen continuïteit is voor dergelijke projecten. Vaak zijn ze duur, ondoeltreffend, wekken ze veel verwachtingen en leiden ze na afloop tot veel frustratie omdat er geen continuïteit is.

Er moet dringend meer worden geïnvesteerd in basisinfrastructuur om de toegang van kwetsbare Roma tot drinkwater en sanitaire voorzieningen te verbeteren. De uitbraak van COVID-19 heeft aangetoond dat sommige EU-lidstaten er niet in zijn geslaagd deze situatie aan te pakken, hoewel hiervoor een aanzienlijk bedrag aan EU-middelen beschikbaar is gesteld.

De COVID-19-pandemie moet veel Europese landen wakker schudden, vooral die met een grote Roma-bevolking die geen toegang heeft tot basisvoorzieningen. Het is duidelijk dat het voor Roma-gemeenschappen die in overbevolkte woongebieden of opvangcentra wonen zonder toegang tot leidingwater en basissanitair, bijna onmogelijk is om sociale afstand te bewaren of strikte hygiënemaatregelen na te leven zodat de verspreiding van het Coronavirus of andere virussen kan worden voorkomen. Om bovengenoemde redenen zijn de Roma blootgesteld aan grotere gezondheidsrisico's dan de rest van de bevolking. Tegelijkertijd mag niet worden getolereerd dat Roma de schuld krijgen van het in gevaar brengen van de volksgezondheid door de verspreiding van het Coronavirus, zoals we in bepaalde landen hebben gezien. Virussen maken geen onderscheid tussen ras of etniciteit.

In deze landen moet de EU dringend streven naar betere resultaten voor toekomstige inspanningen op het gebied van integratie van de Roma. Voor de programmeringsperiode 2014-2020 heeft de EU 1,5 miljard euro gereserveerd om de integratie van de Roma te ondersteunen. In het kader van de ESI-fondsen werd een ex-antevoorwaarde ingevoerd, in de zin van de verplichting om een nationaal strategisch beleidskader voor de integratie van de Roma op te zetten, de relevante achtergestelde microregio's of gesegregeerde buurten te identificeren en maatregelen uit te voeren om de integratiekloof te overbruggen. In verschillende situaties zijn echter een gebrek aan politieke wil en vastberadenheid, problemen met de absorptiecapaciteit, een gebrek aan belangstelling bij de plaatselijke autoriteiten, de versnippering van speciaal op de Roma gerichte projecten/programma's, een gebrek aan een alomvattende en holistische aanpak, het ontbreken van een doeltreffende coördinatie van het bestuur en voortdurende discriminatie slechts enkele van de redenen voor het ondoeltreffende gebruik en de onderbesteding in verschillende lidstaten. Met deze kwesties moet tijdens de volgende programmeringsperiode terdege rekening worden gehouden. Gebrek aan toezicht en verantwoordingsplicht zet ook de deur open voor misbruik van middelen en corruptie. Het negeren van deze uitdagingen zal bijdragen tot een toename van anti-Roma attitudes, populisme en extremisme in onze samenlevingen.

Integratie van de Roma is een tweerichtingsproces

Zoals het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (FRA) heeft vastgesteld, zijn hardnekkige verschijnselen als wijdverspreide discriminatie en zigeunerhaat een belemmering gebleken voor inspanningen om de levenskansen en de levensstandaard van de Roma te verbeteren. Doeltreffende maatregelen ter bestrijding van anti-Roma-retoriek en haatzaaiende taal, waarbij racistische, stereotiepe of anderszins stigmatiserende taal of gedragingen die kunnen aanzetten tot discriminatie van de Roma, grondig moeten worden bestraft. Daartoe is het van vitaal belang dat de lidstaten de bestaande antidiscriminatiewetgeving handhaven.

Handhaving van de antidiscriminatiewetgeving is echter niet voldoende. Dit moet gepaard gaan met goede communicatie- en bewustmakingsactiviteiten, met sensibiliseringsmaatregelen gericht op de gewone bevolking, zodat deze de voordelen van de integratie van de Roma voor de samenleving als geheel en de complexiteit van het proces beter begrijpt. De media, waaronder de sociale media, spelen in dit verband een cruciale rol.

De inclusie van de Roma is een tweerichtingsproces dat een mentaliteitsverandering vereist van zowel Roma als niet-Roma. De integratie moet ook worden aangepakt door rolmodellen te bevorderen en door onderwijsprogramma's en lesmateriaal die de kennis van de Roma en hun geschiedenis en cultuur verdiepen. Dit is vooral belangrijk voor een vreedzaam samenleven in etnisch gemengde gemeenschappen en regio's.

De sociale uitsluiting en diepe armoede waarmee kwetsbare Roma-gemeenschappen worden geconfronteerd, liggen vaak ten grondslag aan illegaal gedrag. In sommige lidstaten zijn Roma het slachtoffer van georganiseerde gedwongen bedelarij. In veel gevallen gaat het om kinderen, die daardoor in hun welzijn en toekomst worden geschaad. Dit negatieve fenomeen moet systematisch en gecoördineerd worden aangepakt. Gebeurt dit niet, dan kan dit leiden tot frustratie en angst onder de burgers in de lidstaten. Bovendien dreigt het anti-Roma attitudes nog verder aan te wakkeren. Daarom is een systematische aanpak nodig om duurzame langetermijnoplossingen te bieden voor dit sociale fenomeen.

De discriminatie waarmee Romavrouwen en -meisjes niet alleen buiten maar ook binnen de Romagemeenschappen worden geconfronteerd, verdient ook meer aandacht, zoals huiselijk geweld of zwangerschap op jonge leeftijd, enz. Dit zijn complexe problemen die moeten worden aangepakt in het kader van zowel mainstreambeleid als gerichte interventies waarbij het opbouwen van vertrouwen centraal staat. Daartoe moeten politieagenten, maatschappelijk werkers en gezondheidswerkers worden opgeleid in de omgang met Roma-vrouwen en -meisjes en in het opbouwen van vertrouwen binnen de gemeenschap. De lidstaten moeten ervoor zorgen dat slachtoffers op niet-discriminerende wijze worden behandeld.

Onderwijs is de beste investering voor de Roma en voor de toekomstige groei en welvaart van Europa

De vicieuze cirkel van marginalisatie en armoede van de Roma kan alleen worden doorbroken met brede, geëngageerde en goed gefinancierde mainstreamonderwijsstrategieën voor de lange termijn die alle belangrijke factoren en omstandigheden aanpakken die bepalend zijn voor de precaire situatie van de Roma. Deze omvatten educatieve, economische, sociale en culturele aspecten, waaronder racisme en discriminatie. Deze onderwijsstrategieën moeten gebaseerd zijn op een brede betrokkenheid van onderwijsdeskundigen, centrale en lokale overheidsinstanties, maatschappelijke organisaties, Roma-gemeenschappen en alle geïnteresseerde burgers.

Het doel van inclusieve maatregelen in het onderwijs moet zijn Roma-kinderen en alle andere kansarme groepen zoveel mogelijk te integreren in het onderwijsstelsel, vanaf de vroege kinderjaren tot en met de tweede fase van het voortgezet onderwijs, als voorwaarde voor persoonlijke ontwikkeling en carrière.

Daartoe moeten de onderwijs- en opleidingsstelsels in verschillende EU-lidstaten ingrijpend worden verbeterd en vernieuwd. Deze stelsels moeten zodanig worden hervormd dat Romakinderen dezelfde onderwijskansen krijgen als hun leeftijdsgenoten die niet tot de Roma behoren.

Daarbij moet volledig worden erkend dat Romakinderen thuis niet dezelfde leermogelijkheden hebben als hun leeftijdgenoten. Daarom moeten Roma-kinderen kunnen beschikken over aanvullende actieve maatregelen en ondersteunende begeleiding om de vicieuze cirkel van laag onderwijs en vroegtijdige schoolverlating te doorbreken. De regeringen moeten voldoende middelen en deskundig personeel toewijzen om ervoor te zorgen dat alle bovengenoemde factoren worden uitgevoerd. Er moet meer aandacht worden besteed aan de betrokkenheid van ouders om het onderwijs van hun kinderen te ondersteunen en om deze ouders de steun te geven die ze nodig hebben.

Het is van essentieel belang om de uitwisseling van beste praktijken tussen de lidstaten te vergemakkelijken en de situatie in het oog te houden om de Europese Commissie regelmatig een beoordeling te kunnen geven. De Europese Unie moet een platform bieden voor de uitwisseling van goede praktijken, terwijl de aanbevelingen van de Raad van Europa ook als referentie-instrumenten kunnen dienen. Geen enkel Roma-kind mag gestraft worden enkel en alleen omdat het in armoede geboren is. Sommige EU-lidstaten plaatsen deze kinderen in speciale scholen voor geestelijk gehandicapten, zelfs als ze geen handicap hebben, of scheiden hen van hun niet-Roma leeftijdsgenoten in gewone scholen of klassen. Het onderwijs voor deze kinderen moet zo vroeg mogelijk beginnen, in voorzieningen voor voor- en vroegschoolse educatie en opvang, zodat ze beter kunnen participeren en beter voorbereid zijn om in de toekomst te leren. Het onderwijs moet doorgaan tot de tweede fase van het voortgezet onderwijs. Geen enkel Romakind zou van school mogen komen zonder de kwalificaties die het nodig heeft om succesvol te zijn op de arbeidsmarkt en in het leven. Beleid op het gebied van beroepsonderwijs en actieve volwasseneneducatie gericht op laaggeschoolde volwassenen moet ook prioriteit krijgen. Daartoe moet meer nadruk worden gelegd op de overgang tussen verschillende onderwijstrajecten door adequate onderwijs- en loopbaanbegeleiding te bieden.

Het is van cruciaal belang dat Romaleerlingen ook worden toegerust met digitale vaardigheden en competenties die hen in staat stellen kansen te grijpen en waardevolle burgers te worden die de toekomst van Europa vormgeven. Dit houdt ook in dat hun toegang tot digitaal onderwijs moet worden gegarandeerd. De huidige COVID-19-pandemie heeft de ongelijkheden in Europa nog duidelijker aan het licht gebracht; de gemarginaliseerde Roma-kinderen hebben geen toegang gehad tot afstandsonderwijs of online-onderwijs zoals hun leeftijdsgenoten die geen Roma zijn dat wel hebben gehad. Om dit te bereiken moeten Romakinderen een centrale plaats krijgen op de functioneringsagenda's van scholen, waarbij meer aandacht moet worden besteed aan hun fysieke en emotionele welzijn.

Het paradigma over de Roma veranderen door het potentieel van de Roma te deblokkeren

De Roma moeten niet worden gezien als een last, maar als een kans, vooral in tijden van demografische uitdagingen. Een vergrijzend Europa heeft een tekort aan geschoolde arbeidskrachten en importeert daarom een deel van zijn arbeidskrachten uit derde landen. De Roma vormen een aanzienlijk en groeiend deel van de bevolking en van de toekomstige beroepsbevolking. Er is een enorm potentieel dat nog niet wordt benut. Voor landen met een omvangrijke Roma-bevolking kan economische integratie voordelen opleveren die worden geschat op ongeveer 500 miljoen euro per jaar. De economische productiviteit zou verbeteren en bijgevolg zouden de overheidskosten voor sociale bijstand dalen, terwijl de inkomsten uit inkomstenbelastingen zouden stijgen. Roma kunnen op verschillende manieren worden gezien als toekomstige werknemers, ondernemers, belastingbetalers, consumenten, investeerders enz.

Om de volledige integratie van de Roma, ook op de arbeidsmarkt, te verwezenlijken, moeten de structurele discriminatie, de ruimtelijke segregatie en de ontoereikende beleidsinspanningen, de belangrijkste factoren die vooruitgang naar sociale integratie en integratie op de arbeidsmarkt van de Roma in de weg staan, naar behoren worden aangepakt. Vooral in deze tijden, waarin Europa een digitaal tijdperk binnentreedt, moeten de Roma de nieuwe kansen kunnen grijpen die deze transformatie met zich meebrengt. De werkgelegenheid voor Roma mag niet beperkt blijven tot deelname van Roma aan programma's voor openbare werken, zoals we in sommige lidstaten hebben gezien. Deze programma's verbeteren de relevante vaardigheden van de deelnemers niet. De Roma blijven dus niet in staat om uit de werkloosheidsval te ontsnappen of een baan te vinden op de open arbeidsmarkt. Een groot aantal Roma wordt zo onderdeel van de grijze economie, wat schadelijk is voor henzelf en voor de economie als geheel. De autoriteiten van de lidstaten moeten dergelijke praktijken actief bestrijden en dergelijk werk omzetten in legale arbeidscontracten, waardoor enerzijds de Roma-werknemers worden beschermd en anderzijds de staat belastinginkomsten ontvangt.

De lidstaten moeten de economische zelfredzaamheid van de Roma verbeteren. Dit kan worden bereikt door een sterkere betrokkenheid van het bedrijfsleven, met name op lokaal niveau, onder meer door het in dienst nemen van langdurig werklozen te stimuleren, maar ook door Roma-ondernemerschap en sociale ondernemingen te steunen en de arbeidskansen te vergroten, met bijzondere aandacht voor Roma-jongeren en -vrouwen.

Roma geven vorm aan hun toekomst en aan die van Europa

Europeaan zijn betekent vandaag de dag dat je de kans krijgt om succesvol te zijn en recht hebt op een fatsoenlijk inkomen, bij voorkeur in de plaats of regio waar je vandaan komt. Een grotere economische integratie van de Roma zou de sociale cohesie verbeteren en de regionale verschillen verkleinen, niet alleen binnen de EU maar ook in de uitbreidingslanden, aangezien de minst ontwikkelde regio's van Europa een hoge concentratie van gemarginaliseerde Roma-gemeenschappen hebben. Het slimme gebruik van een nieuwe generatie fondsen in het kader van de meerjarige programmeringsperiode 2021-2027 (InvestEU- en ESI-fondsen) zou een cruciale rol spelen bij het uitbannen van armoede, uitsluiting op huisvestingsgebied en achterstelling van de Roma. Een nationale strategie voor de integratie van de Roma is opnieuw een eerste vereiste voor het kanaliseren van de fondsen, met als doel de integratie van de Roma te versnellen en hun segregatie te voorkomen en/of uit te bannen.

Wanneer de EU en de lidstaten streven naar sociaal rechtvaardige, eerlijke en gelijke samenlevingen, mogen ze de aspiraties van de Roma niet vergeten. De voortdurende ondersteuning en verbetering van hun politieke vertegenwoordiging en burgerlijke en culturele participatie op EU- en nationaal niveau zou een belangrijke rol spelen.

De Roma moeten worden aangemoedigd om actief deel te nemen aan de lokale, nationale en Europese besluitvorming, zodat ze een grotere rol kunnen spelen bij het vormgeven van het algemene beleid dat hen aangaat. Vooral Roma-jongeren moeten een drijvende kracht worden achter de integratie van de Roma in de EU. Zij moeten de veranderingen bewerkstelligen in plaats van ze te ondergaan. Aan Roma-kiezers mag niet alleen in verkiezingstijd worden gedacht. Daarom moet meer aandacht worden besteed aan de beschuldigingen van verkiezingsfraude waarbij kwetsbare Romagemeenschappen worden uitgebuit. De verkiezingsautoriteiten van de lidstaten wordt dringend verzocht een actieve rol te spelen bij de aanpak van deze beschuldigingen. De voorlichting van Roma-kiezers speelt in dit verband een belangrijke rol.

Aangezien desinformatie die via de digitale media wordt verspreid, het vertrouwen van alle burgers in democratische instellingen ondermijnt, sociale polarisatie verergert en het vermogen van burgers om weloverwogen beslissingen te nemen, belemmert, moeten meer maatregelen ter ondersteuning van de nieuwsvaardigheid van de Roma-bevolking worden aangemoedigd. Nieuwsgeletterdheid, het onderscheiden van nepnieuws van echt nieuws en het leren evalueren van nieuwsbronnen is van cruciaal belang naarmate we verder digitaliseren, vooral binnen kwetsbare gemeenschappen.

Op EU-niveau moeten de bestaande Roma-platforms die de Roma betrekken bij sociale, economische en politieke kwesties die hen aangaan, worden versterkt. Een specifiek gebied waarop de betrokkenheid van de Roma belangrijk zou zijn, is het participatieproces over de toekomst van Europa, waarin Europeanen kunnen meebeslissen over wat de EU doet en hoe zij voor hen werkt. Een sterkere betrokkenheid van de Roma bij het vormgeven van hun eigen toekomst en die van Europa kan bijdragen tot een mentaliteitsverandering en het bestrijden van diepgewortelde vooroordelen en stereotypen, wijdverspreide discriminatie en zigeunerhaat in heel Europa.

In deze moeilijke tijden en de komende decennia kan de EU het zich niet veroorloven om het proces van integratie van de Roma voort te zetten zonder wezenlijke veranderingen te bewerkstelligen en de verontrustende realiteit van te veel van haar burgers te negeren. Het beïnvloedt de sociale sfeer en het welzijn van ons allemaal. Zonder echte integratie van de Roma dreigt de EU haar geloofwaardigheid te verliezen.

Andere gerelateerde inhoud