Selecteer een land
Selecteer uw land om het nieuws van uw lokale Europarlementariërs te volgen:
De landen hieronder publiceren geen inhoud in uw taal. Selecteer een land als u nieuws in het Engels of in de nationale taal(en) wilt volgen:
Geselecteerde taal: Nederlands
Waar bent u naar op zoek?
30.04.2020
Standpunt EPP-Fractie over asiel en migratie
Belangrijke opmerking
Dit document is automatisch vertaald.
Massale migratie is een wereldwijd fenomeen. Mensen bewegen zich tussen en binnen continenten onder invloed van oorlogen en conflicten, angst, klimaatverandering, honger en de hoop op een betere plek om te leven.
Migratie is en blijft een van de bepalende uitdagingen en kansen voor Europa tussen generaties. Onderliggende trends in economische ontwikkeling, demografische veranderingen, globalisering in vervoer en communicatie, instabiliteit in naburige regio's, betekenen allemaal dat mensen zullen blijven proberen naar de EU te komen als toevluchtsoord, voor een beter leven of om hun naaste familie te volgen. Het is daarom noodzakelijk dat de Europese Unie proactief is bij het vinden van een gemeenschappelijk Europees antwoord op deze uitdaging, waarbij verschillende vormen van betekenisvolle solidariteit en verantwoordelijkheid met elkaar in evenwicht worden gebracht. Zij moet haar wetgevingskader actualiseren, onder meer door een doeltreffende hervorming van het gemeenschappelijk Europees asielstelsel (CEAS), om deze uitdaging aan te gaan met duurzame beleidsmaatregelen die in overeenstemming zijn met internationale verdragen en tegelijkertijd het vrije verkeer binnen de EU behouden door veilige en doeltreffende controles aan de buitengrenzen te handhaven. Het Verdrag van Genève blijft een hoeksteen van de bescherming van vluchtelingen, maar betere naleving is essentieel. Bovendien moet grondig worden geëvalueerd of het verdrag geschikt is voor de 21e eeuw en kan het worden gemoderniseerd om ervoor te zorgen dat het een duurzaam rechtskader blijft bieden.
Vijf jaar geleden werd de Europese Unie geconfronteerd met een uitzonderlijke uitdaging toen in twee jaar tijd bijna twee miljoen mensen haar kusten bereikten, op de vlucht voor oorlog, politieke onderdrukking of armoede, of op zoek naar een nieuw leven om economische redenen, vaak met gevaar voor eigen leven in de handen van smokkelaars op weg naar Europa. Het werd al snel duidelijk dat de lidstaten het migratieprobleem niet alleen konden aanpakken en dat gemeenschappelijke Europese oplossingen doeltreffende praktische maatregelen op nationaal niveau moesten ondersteunen. Nu we geconfronteerd worden met de grootste stromen ontheemden sinds de Tweede Wereldoorlog, is het van vitaal belang dat we in actie komen - collectief, vastberaden en met spoed.
Sindsdien is een aantal maatregelen ingevoerd om de onmiddellijke uitdaging van de migratiecrisis aan te gaan en alle belangrijke bouwstenen aan te brengen die nodig zijn voor een Europese aanpak om te zorgen voor sterke grenzen, eerlijke en snelle procedures en een duurzaam systeem waarmee op problemen kan worden geanticipeerd.
Hoewel de migratiedruk aan de buitengrenzen van de EU de afgelopen jaren is afgenomen, kan de huidige onstabiele situatie aan de grens tussen Griekenland en Turkije het begin zijn van een nieuwe migratiecrisis. De EU moet beter voorbereid zijn om een crisis aan te pakken en onder controle te houden, ondanks het gebrek aan medewerking van de Turkse regering in dit opzicht. Er moet ook rekening worden gehouden met de veiligheids- en demografische situatie in het Midden-Oosten en Afrika.
De frontlijnlidstaten dragen een onevenredig zware last. Door hun geografische ligging vormen zij de belangrijkste toegang tot Europa. Alle EU-lidstaten moeten verantwoordelijk handelen en solidair met hen zijn.
Het migratiebeleid van de EU moet onderscheid maken tussen mensen die bescherming zoeken en economische migranten. In 2018 kreeg negenendertig procent van de asielzoekers in de EU in eerste instantie een positieve beslissing. Hieruit blijkt dat een groot deel van de asielzoekers in Europa niet in aanmerking komt voor bescherming.
Het beleid en de instrumenten voor legale migratie, met name om talent van buiten de EU aan te trekken, hebben de afgelopen jaren aanzienlijke ontwikkelingen doorgemaakt. Goed beheerde legale migratie is een belangrijk onderdeel van een goed functionerend economisch systeem, dat inspeelt op de veranderende behoeften van de arbeidsmarkt. Dit is essentieel om aan de huidige en toekomstige behoeften aan vaardigheden te voldoen en een dynamische economie te garanderen.
Er is echter nog werk aan de winkel om een samenhangende en alomvattende manier te vinden om wederzijds voordelige wegen te bewandelen en in partnerschap samen te werken om zowel de voordelen van migratie te benutten als de uitdagingen aan te pakken die er op de lange termijn uit voortvloeien.
Door de toestroom van illegale economische migranten dreigen de middelen die echte asielzoekers nodig hebben, te worden afgeleid wanneer zij profiteren van de massale migratiestromen en bij aankomst in Europa internationale bescherming aanvragen. Ondanks de daling van het aantal asielaanvragen voor het derde achtereenvolgende jaar, zijn er nog steeds meer dan 800.000 aanvragen in behandeling en wordt er minimaal gebruik gemaakt van grensprocedures. Dit wijst erop dat de administratieve en gerechtelijke systemen niet voldoende zijn uitgerust om de toestroom van mensen te verwerken, wat kan leiden tot misbruik van het asielrecht. Daarom moeten de EU en de lidstaten prioriteit geven aan het inzetten van hun middelen voor degenen die echt bescherming nodig hebben en krachtig samenwerken om de terugkeerprocedures te versnellen.
Europa heeft een dubbele verantwoordelijkheid om mensen te helpen die in aanmerking komen voor bescherming of humanitaire hulp nodig hebben, en om te zorgen voor meerdere vormen van betekenisvolle solidariteit tussen alle lidstaten. De EU moet echter ook hulp en bescherming bieden, in de eerste plaats in de crisislanden zelf en in de aangrenzende gebieden.
Het zijn de Europese Unie en de lidstaten die - in overeenstemming met het internationaal recht - bepalen wie in Europa bescherming krijgt. De lidstaten behouden de exclusieve bevoegdheid om te beslissen wie op hun grondgebied mag blijven en wie moet terugkeren, waarbij ook rekening wordt gehouden met de opnamecapaciteit van de lidstaten en de Unie als geheel. Een recht op bescherming mag niet worden geïnterpreteerd als een onvoorwaardelijk recht op migratie, aangezien ongereguleerde toegang tot Europa niet aanvaardbaar is. Wat legale economische migranten betreft, is het het exclusieve recht van elke lidstaat om te beslissen of hij ze wil toelaten, of hij ze toegang tot de arbeidsmarkt wil verlenen en zo ja, hoeveel.
Artikel 78 VWEU voorziet in een gemeenschappelijk asielbeleid overeenkomstig het Verdrag van Genève en het bijbehorende protocol.
Het debat over migratie is moeilijk en vaak gepolariseerd, met weinig ruimte voor genuanceerde standpunten. De EU en de betrokken politieke actoren moeten ervoor zorgen dat de beleidsontwikkelingen op feiten zijn gebaseerd en dat er ruim voor belangrijke beleidsstappen op het gebied van migratie een degelijke communicatiestrategie is opgezet. Zij moeten aanzetten tot een zinvolle en proactieve reactie op migratiegerelateerde crises.
De crisis in verband met het coronavirus heeft duidelijk gemaakt hoe moeilijk het is om de volksgezondheid in de EU te beschermen en tegelijkertijd te voorkomen dat het vrije verkeer van personen tijdens een pandemie wordt verstoord. De EU moet adequaat voorbereid zijn om een mogelijke nieuwe golf van een uitbraak van het Coronavirus in te dammen. Dit kan passende screening aan de buitengrenzen omvatten, zowel bij binnenkomst als bij vertrek, isolatie, het overbrengen van besmette personen en andere preventieve maatregelen op basis van de beste praktijken van de gezondheidsautoriteiten. De EU moet haar buitengrenzen beschermen, vooral daar waar de migratiestromen toenemen, met name op de routes door het centrale en oostelijke Middellandse Zeegebied. Migranten die in dichtbevolkte gebieden wonen waar de ziekte zich gemakkelijk kan verspreiden, zijn bijzonder kwetsbaar.
Migrantensmokkelaars halen enorme financiële winsten uit het uitbuiten van mensen en het in gevaar brengen van hun leven. Er moet een einde komen aan dit miljardenbedrijfsmodel. Meer informatie-uitwisseling, gecoördineerde operationele acties en samenwerking met derde landen zullen de inspanningen ondersteunen om ervoor te zorgen dat smokkelaars geen ruimte hebben om te handelen.
Aangezien zij een groot deel uitmaken van de kwetsbare personen die speciale aandacht nodig hebben, moet de bijzondere situatie van vrouwen worden aangepakt met betrekking tot hun bescherming tegen gendergerelateerd geweld. Er is behoefte aan aangepaste infrastructuur voor vrouwen en meisjes en adequate opleiding voor het personeel van opvangfaciliteiten.
Europol speelt een fundamentele rol in de strijd tegen migrantensmokkel. Het Europees migrantensmokkelcentrum van Europol, dat wordt ondersteund door het werk van Eurojust, is al een belangrijke troef, maar kan nog verder worden versterkt. Beide agentschappen worden gehinderd door een ernstig tekort aan personeel en financiële middelen. De belangrijkste taak van het centrum is het ondersteunen van politie- en grensautoriteiten bij het coördineren van zeer complexe grensoverschrijdende anti-smokkeloperaties. In dit verband is het absoluut noodzakelijk dat het mandaat van Europol wordt versterkt.
Nauwe samenwerking en betrokkenheid met derde landen blijft essentieel om migrantensmokkel te voorkomen. Eén stap in dit verband is het bevorderen van voorlichtings- en bewustmakingscampagnes over de risico's van smokkel en illegale migratie. Dit is van cruciaal belang om te voorkomen dat toekomstige migranten en asielzoekers, waaronder mensen in bijzonder kwetsbare situaties zoals kinderen, gevaarlijke tochten naar de EU ondernemen. Bij door de EU gefinancierde humanitaire operaties moet rekening worden gehouden met de specifieke behoeften en kwetsbaarheden van kinderen en moet hun bescherming tijdens hun ontheemding worden gewaarborgd. Alle EU-programma's moeten worden voortgezet in de belangrijkste landen van herkomst en doorreis en moeten worden uitgevoerd als onderdeel van een coherente strategie met derde landen.
De EU moet nauw samenwerken met de landen van herkomst en doorreis - met name in Afrika - om te helpen bij de bestrijding van mensensmokkelaars en bij de capaciteitsopbouw in deze landen op het gebied van doeltreffende asielwetgeving, wetshandhaving en grensbeheer, maar ook op gebieden als onderwijs en sociaal beleid. De samenwerking met derde landen moet plaatsvinden in overeenstemming met internationale verdragen en met volledige eerbiediging van de grondrechten.
De Europese Commissie moet jaarlijks het migratiebeleid van de EU evalueren, inclusief push- en pullfactoren. In samenhang met deze evaluaties moeten beleidswijzigingen worden voorgesteld om het bedrijfsmodel van mensensmokkelaars effectief te doorbreken.
Het Europees Grens- en Kustwachtagentschap (EBCGA) is een mijlpaal in de geschiedenis van het Europese grensbeheer. Met de oprichting van een volwaardig Europees grens- en kustbewakingssysteem worden de beginselen van gedeelde verantwoordelijkheden en solidariteit tussen de lidstaten en de Unie werkelijkheid. Het agentschap ziet nauwlettend toe op de bescherming van de buitengrenzen van de EU en moet de toepassing van maatregelen van de Unie in verband met het beheer van de buitengrenzen ondersteunen, terwijl de lidstaten de primaire verantwoordelijkheid behouden voor het beheer van hun buitengrenzen in hun eigen nationale belang en in het bredere belang van alle lidstaten. Het EBC tracht veiligheidsrisico's snel op te sporen en aan te pakken in volledige samenwerking met de lidstaten op het grondgebied waarop zijn functionarissen actief zijn.
In het kader van het nieuwe mandaat zijn de rol en de activiteiten van het EBCGA aanzienlijk uitgebreid om de lidstaten efficiënter en zinvoller te kunnen ondersteunen. Het vaste personeel van het agentschap zal meer dan verdubbeld worden en het agentschap zal zijn eigen uitrusting kunnen aanschaffen en deze op korte termijn kunnen inzetten bij grensoperaties. Er moet worden gezorgd voor een robuustere financiering van het agentschap, zodat het snel zijn volledige korps van 10 000 man kan bereiken en de nodige uitrusting kan aanschaffen. Het standpunt van verschillende lidstaten om het personeelsbestand en de financiering van het EBCGA te verminderen, is in dit verband zeer zorgwekkend.
De EBCGA is van essentieel belang voor een doeltreffende bescherming van de buitengrenzen van Europa. Het permanente korps van 10 000 grenswachten en grenspersoneel moet daarom zo snel mogelijk worden opgericht en idealiter vóór 2024 operationeel zijn.
Om ervoor te zorgen dat het EBCGA operationeel en effectief is, moeten de lidstaten hun toezeggingen op het gebied van personele middelen en technische uitrusting voor de effectieve bescherming van de buitengrens van de EU gestand doen. De aanwervingskwesties bij het EBCGA moeten zo snel mogelijk worden aangepakt - we moeten het voor hoogopgeleide professionals aantrekkelijker maken om voor het agentschap te kiezen. Er moet voor worden gezorgd dat het agentschap beschikt over de apparatuur en technologie die het nodig heeft om zijn taken naar tevredenheid uit te voeren. De interne processen en de organisatie van het agentschap moeten worden getoetst om ervoor te zorgen dat het optimaal kan functioneren.
Na de goedkeuring van regels over de interoperabiliteit van informatiesystemen, het inreis-uitreissysteem en het ETIAS-systeem om de informatie-uitwisseling tussen de lidstaten te verbeteren, wordt gewerkt aan een aantal verbeterde grenscontrole-instrumenten. De hervorming van Eurodac en het VIS moet snel worden afgerond om informatielacunes en blinde vlekken te dichten en identiteitsfraude verder te bestrijden.
De snelle afronding van alle daaruit voortvloeiende wetgeving door het Europees Parlement en de Raad is essentieel voor de volledige uitvoering van de genomen wetgevingsbesluiten met het oog op betere grenscontroles. Er moet voortdurend toezicht worden gehouden op het EBCGA en zijn activiteiten moeten worden geanalyseerd, zodat het zo nodig zijn behoeften opnieuw kan beoordelen.
Alle agentschappen op het gebied van justitie en binnenlandse zaken die bij het grensbeheer betrokken zijn, moeten over voldoende financiële middelen beschikken om hun dagelijkse werkzaamheden en hun vermogen om de buitengrenzen van de EU te beschermen, te waarborgen.
De doeltreffende bescherming van de buitengrenzen van de EU is een voorwaarde voor de goede werking van het Schengengebied en de opheffing van de tijdelijke controles aan de binnengrenzen. De lidstaten behouden echter het recht om tijdelijke controles aan de binnengrenzen in te voeren, die slechts bij wijze van uitzondering en evenredig voor een beperkte periode mogen worden ingevoerd. Dergelijke maatregelen moeten worden ingetrokken zodra de bedreigingen voor de interne veiligheid ophouden te bestaan.
De doeltreffende toepassing van het gemeenschappelijk Europees asielstelsel (CEAS) en de bescherming van het Schengengebied gaan hand in hand met een doeltreffende bescherming van de buitengrenzen van de EU en met een doeltreffend terugkeerbeleid voor onderdanen van derde landen die geen legale reden hebben om in de EU te blijven.
Ondanks de voortdurende inspanningen van de lidstaten, de Europese Commissie en het EBCGA is het terugkeerpercentage verre van bevredigend.
Het verhogen van het terugkeerpercentage vereist extra inspanningen van de lidstaten en derde landen. De terugkeersystemen van de lidstaten moeten gecoördineerd werken. Tot de belangrijkste maatregelen behoren actief toezicht op de situatie van onderdanen van derde landen tijdens de hele terugkeerprocedure en op de naleving van de terugkeerverplichting, om onderduiken en secundaire bewegingen te voorkomen en meer bijstand aan coöperatieve onderdanen van derde landen die vrijwillig willen vertrekken.
De herschikking van de terugkeerrichtlijn moet absoluut worden voltooid. Om onderduiken te voorkomen en terugkeer doeltreffender te maken, moeten de regels inzake detentie en alternatieve vormen van detentie doelgericht worden gewijzigd. Waar nodig moet detentie voor een zo kort mogelijke periode mogelijk zijn, en alleen worden gebruikt en gehandhaafd zolang de verwijderingsregelingen lopen.
De volledige tenuitvoerlegging van het Schengeninformatiesysteem voor terugkeer is ook van cruciaal belang om de grensprocedures te verbeteren en secundaire bewegingen te voorkomen.
De bevoegde terugkeerautoriteiten van de lidstaten moeten ten volle gebruikmaken van het nieuwe mandaat van het EBCGA inzake terugkeer, rekening houdend met de uitbreiding ervan in zowel de interne als de externe dimensie, met inbegrip van activiteiten vóór en na de terugkeer.
Voor de externe dimensie van het terugkeermandaat moet het agentschap gebruikmaken van alle beschikbare instrumenten en capaciteiten om een hefboomeffect te creëren voor samenwerking met derde landen op het gebied van terugkeer. Dit moet deel uitmaken van een coherente nieuwe "Afrikastrategie".
In het kader van de Overeenkomst van Cotonou heeft elk van de staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan zich ertoe verbonden eigen onderdanen die illegaal op het grondgebied van een lidstaat van de Europese Unie verblijven, op verzoek van die lidstaat zonder onnodige vertraging terug te sturen en over te nemen. Deze verbintenis heeft op dit gebied geen betere resultaten opgeleverd. Daarom vragen wij, met onze steun voor een nieuw EU-ACS-partnerschap, om een betere afdwingbaarheid van de migratiegerelateerde aspecten van de EU-ACS-samenwerking.
Zowel de onderhandelingen over als de tenuitvoerlegging van overname-instrumenten moeten steunen op een krachtige en consistente boodschap dat de EU en haar lidstaten verwachten dat het betrokken derde land meewerkt. Dit kan betekenen dat er een bredere beleidsmatige hefboomwerking wordt toegepast. De onlangs gewijzigde Visumcodeverordening dient dit doel.
De samenwerking moet tot wederzijds voordeel strekken en gebaseerd zijn op het beginsel "meer voor meer", waarbij extra inspanningen van landen van herkomst en doorreis moeten worden beloond met meer samenwerking en extra steun. Daarom moeten alle relevante EU-beleidsmaatregelen, -instrumenten en -middelen, waaronder handelsovereenkomsten, ontwikkelingshulp, legale migratie en visumbeleid, worden gekoppeld aan de samenwerking van derde landen op het gebied van migratie en terugkeer/overname, wat betreft het voorkomen van illegale migratie en het terugsturen van illegale migranten naar hun land van herkomst. De mate van samenwerking moet periodiek worden geëvalueerd om deze instrumenten zo nodig aan te passen. Onvoldoende samenwerking door de landen van herkomst en doorreis moet leiden tot minder samenwerking en steun, zonder dat dit ten koste gaat van de humanitaire hulp, die ten doel heeft levens te redden, lijden te voorkomen en te verlichten en de menselijke waardigheid te helpen bewaren bij natuurrampen en door de mens veroorzaakte rampen.
Voor de interne dimensie van zijn terugkeermandaat moet het agentschap verder werken aan een gemeenschappelijk terugkeerplatform voor het verzamelen, analyseren, plannen en organiseren van gemeenschappelijke acties om de samenwerking tussen lidstaten en derde landen te vergemakkelijken, met name voor de organisatie en uitvoering van terugkeer- en overnameprocedures.
Het is van cruciaal belang dat terugkeerbesluiten wederzijds kunnen worden erkend en dat hiervoor financiële middelen beschikbaar worden gesteld. De doeltreffendheid van terugkeer kan alleen worden verbeterd als we de coördinatie verbeteren en toewerken naar een Europese aanpak.
De onlangs aangenomen verordening betreffende de oprichting van een Europees netwerk van immigratieverbindingsfunctionarissen (ILO's) moet de EU nog beter in staat stellen de in derde landen ingezette ILO's te coördineren en in te zetten om doeltreffender te reageren op de prioriteiten van de Unie op het gebied van migratie, namelijk het voorkomen en bestrijden van illegale migratie, het vergemakkelijken van terugkeer en het beheren van legale migratie.
In combinatie met de EBCGA-verbindingsfunctionarissen voor terugkeer en de Europese verbindingsfunctionarissen voor migratie in derde landen waarin de nieuwe EBCGA-verordening voorziet, moeten de immigratieverbindingsfunctionarissen leiden tot een doeltreffende inzet in derde landen en hen in staat stellen op operationeel niveau druk uit te oefenen op basis van concrete terugkeer-/overnameverzoeken van de lidstaten.
Het huidige CEAS moet bovenaan de agenda blijven staan en grondig worden hervormd, zodat het te allen tijde goed kan functioneren en kan reageren op toekomstige migratiecrises en wereldwijde migratietrends. De preventie van illegale grensoverschrijdingen moet worden gecombineerd met een solide systeem voor het beheer van asielzoekers op het grondgebied van de EU om de duurzaamheid van het Schengengebied te waarborgen.
Door het ontbreken van Europese regels worden de meeste aanvragen volgens het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (EASO) nog steeds door slechts vijf lidstaten behandeld.
Een crisisbestendig EU-asiel- en migratiebeleid en een crisisbestendig Schengensysteem zijn essentiële voorwaarden voor onze gemeenschappelijke Europese toekomst.
Een oplossing voor de Dublinverordening, waarin de criteria en mechanismen zijn vastgelegd om te bepalen welke EU-lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek, is een van de voorwaarden voor een veerkrachtig gemeenschappelijk Europees asielstelsel.
Voor een goed functionerend gemeenschappelijk Europees asielstelsel moet solidariteit centraal staan in elke EU-aanpak van migratie.
De EU moet ervoor zorgen dat in een toekomstig model de meeste asielverzoeken buiten de Unie, aan de buitengrenzen van de Unie of in de transitzone van een lidstaat worden ingediend voordat een beslissing over de toegang van de asielzoeker wordt genomen. De lidstaten moeten kunnen voorzien in een ontvankelijkheidstoets of een onderzoek ten gronde, zodat in welbepaalde omstandigheden over dergelijke verzoeken kan worden beslist aan de buitengrens of op regionale ontschepingsplatforms. Het hervormde CEAS moet ervoor zorgen dat de lidstaten hun deel van de verantwoordelijkheid op zich nemen, met inachtneming van het solidariteits- en het subsidiariteitsbeginsel. De belangen van kinderen moeten worden beoordeeld en in aanmerking worden genomen als de eerste overweging bij alle acties of beslissingen die op hen betrekking hebben, terwijl het recht van elk kind om in de eerste plaats als kind te worden behandeld, moet worden gewaarborgd.
Bij het opstellen van uniforme regels voor asiel moet terdege rekening worden gehouden met de complexiteit van het voorkomen van misbruiken zoals asielshoppen door aanvragers van internationale bescherming, van wie de secundaire migratie niet alleen wordt bepaald door de opvangvoorwaarden, maar tot op zekere hoogte ook door economische factoren en vertrouwde culturele affiniteiten in de landen van bestemming, terwijl personen die internationale bescherming genieten ook moeten worden gestimuleerd om op het grondgebied te blijven van de lidstaat waar deze bescherming oorspronkelijk is verleend. Dergelijke regels moeten ervoor zorgen dat de werking van het hervormde Dublin-systeem niet wordt verstoord door dergelijke bewegingen en dat de lidstaten zich volledig aan de regels houden.
Een goed functionerend gemeenschappelijk Europees asielstelsel is afhankelijk van de solidariteit tussen de lidstaten en vormt de kern van elke EU-aanpak van migratie. Een hervormd CEAS moet de lidstaten in staat stellen deel uit te maken van een EU-kader waarin inkomende asielzoekers eerlijk over hen worden verdeeld, zodat de druk van de landen van eerste binnenkomst wordt verlicht. Lidstaten die aarzelen om deel te nemen aan dit kader, moeten een significante, tastbare bijdrage leveren via andere vormen van betekenisvolle solidariteit. Een EU-kader voor hervestiging tussen de lidstaten moet ervoor zorgen dat alle aanvragers die duidelijk internationale bescherming nodig hebben, in de lidstaat van hervestiging volledig en snel gebruik kunnen maken van hun beschermingsrechten, en tegelijkertijd voorkomen dat aanvragers die waarschijnlijk een negatieve beslissing over hun aanvraag zullen krijgen, naar een andere lidstaat worden overgeplaatst, waardoor hun verblijf in de Unie onnodig wordt verlengd.
De EU moet, als onderdeel van een coherente "Afrikastrategie", de discussie hervatten over regionale ontschepingsplatforms aan weerszijden van de Middellandse Zee, waar asielzoekers veilig kunnen worden opgevangen en hun verzoeken op een efficiënte, waardige en menselijke manier kunnen worden beoordeeld. Dergelijke regionale ontschepingsplatforms zouden kunnen worden beheerd door het EASO en de EBCGA, zonder afbreuk te doen aan de goede werking van het hervormde Dublinsysteem.
Elk veilig land, zowel EU-lidstaten als derde landen, in het Middellandse Zeegebied moet een rol spelen bij zoek- en reddingsoperaties. Ontscheping moet plaatsvinden in overeenstemming met het internationaal recht, zelfs als dit buiten het grondgebied van de EU gebeurt.
Het redden van mensenlevens op zee is een wettelijke verplichting krachtens zowel het internationale recht als het recht van de Unie, maar in de eerste plaats een daad van menselijkheid en solidariteit ten aanzien van degenen die gevaar lopen. De lidstaten moeten, individueel en wanneer zij optreden als lidstaten van de EU of in relevante internationale fora, voldoen aan de normen van het relevante internationale recht en het recht van de Unie wanneer het gaat om bijstand aan personen in nood. Vaartuigen die zoek- en reddingsoperaties uitvoeren, moeten voldoen aan de relevante internationale en EU-wetgeving, de instructies van het bevoegde reddingscoördinatiecentrum opvolgen en samenwerken met de autoriteiten van de lidstaten en Frontex om de veiligheid van migranten te waarborgen.
De overeenkomst tussen de EU en Turkije heeft de migratiedruk op Europa tot begin dit jaar aanzienlijk verminderd. Door soortgelijke overeenkomsten te sluiten met doorreislanden en landen van herkomst kan illegale migratie worden voorkomen, terwijl een groot aantal migranten financiële steun kan krijgen in de landen van herkomst of doorreis. De EU-faciliteit voor vluchtelingen in Turkije heeft bijna 1,7 miljoen Syriërs steun gegeven voor dagelijkse basisbehoeften en meer dan 500.000 vluchtelingenkinderen zijn naar school gegaan. Door de massale en georganiseerde druk van migrantenpopulaties aan de Grieks-Turkse grens en op de Griekse eilanden, die al enige tijd uiterst zorgwekkend is, is de situatie op de hotspots van de eilanden echter onhoudbaar wat betreft de opvangomstandigheden. De druk aan de landgrenzen kan leiden tot geweld. De EU moet haar inspanningen opvoeren om Turkije te houden aan de verplichtingen die voortvloeien uit de overeenkomst tussen de EU en Turkije.
Verdere versterking en harmonisatie van de CEAS-regels moet ook zorgen voor een gelijke behandeling in de hele EU in relatieve termen en onnodige aantrekkingsfactoren om naar de EU te komen verminderen.
Het vermogen van beslissingsautoriteiten om verzoeken om internationale bescherming rigoureus en eerlijk te behandelen, hangt af van verschillende factoren die inherent zijn aan hun interne organisatie, middelen en werking. De frontloading van asielstelsels, het beleid om te investeren in de kwaliteit van de besluitvorming in eerste aanleg door de bevoegde autoriteiten voldoende middelen ter beschikking te stellen, de opleiding van hun personeel en de belangrijkste procedurele waarborgen om aanvragers in staat te stellen alle elementen van hun aanvraag in een zo vroeg mogelijk stadium in te dienen, zijn essentieel voor snelle en efficiënte asielprocedures.
Het EASO speelt een cruciale rol bij de ondersteuning van lidstaten bij de behandeling van verzoeken om internationale bescherming en bij de opleiding van medewerkers die asielverzoeken behandelen. Ondersteuning en informatie moet worden uitgebreid naar niet-begeleide en van hun familie gescheiden kinderen, in overeenstemming met hun belang. Het EASO moet dringend een volwaardig agentschap worden met de nodige bevoegdheden en middelen.
Als volwaardig agentschap moet het EASO de bevoegdheid krijgen om de lidstaten ter plaatse deskundige ondersteuning te bieden bij het vaststellen van de landen van herkomst van personen die zonder identificatiedocumenten reizen.
De versnelde onderzoeksprocedure en de grensprocedure zijn noodzakelijke instrumenten om de behandeling van duidelijk frauduleuze, kennelijk ongegronde of niet-ontvankelijke asielverzoeken doeltreffend af te handelen en moeten daarom verplichte onderdelen zijn van het toekomstige Europese asielbeleid, dat ook prioriteit moet geven aan asielverzoeken die direct aan de buitengrenzen of buiten Europa worden ingediend.
Het herbekijken van regionale regelingen voor het bepalen van ontschepingsplaatsen om frontlijnstaten te ontlasten van de exclusieve verantwoordelijkheid voor de ontscheping en verdere verwerking van mensen die op zee gered worden, moet verder onderzocht worden.
Hervestiging is een veilig en legaal alternatief voor illegale en gevaarlijke reizen voor mensen die bescherming nodig hebben, en een blijk van Europese solidariteit met niet-EU-landen die grote aantallen mensen opvangen die op de vlucht zijn voor oorlog of vervolging. Het moet aan de lidstaten blijven om te bepalen hoeveel mensen in de EU worden hervestigd. Het feit dat de lidstaten zich blijven inzetten voor hervestiging als een veilige en legale manier om de EU binnen te komen, bevestigt dat dit een van de belangrijkste instrumenten blijft om mensen die internationale bescherming nodig hebben, in staat te stellen op een ordelijke, gereguleerde, veilige en waardige manier in de EU aan te komen. Tegelijkertijd moet de verantwoordelijkheid voor bescherming niet alleen worden vergroot door de EU als geheel, maar ook door de internationale gemeenschap, aangezien deze momenteel ongelijk verdeeld is op mondiaal niveau. Verdere ontwikkeling op dit gebied moet worden gestimuleerd en gebaseerd op het Vluchtelingenforum van de VN, waar het beginsel van internationale gedeelde verantwoordelijkheid in concrete actie moet worden omgezet.
Een slim beheer van migratie vereist niet alleen een beleid om illegale stromen aan te pakken en bescherming te bieden aan mensen in nood, maar ook een proactief beleid van duurzame, transparante en toegankelijke legale trajecten die zowel Europa als de landen van herkomst ten goede komen.
Europa is een vergrijzend continent met een afnemende beroepsbevolking, die in het komende decennium naar verwachting met 18 miljoen zal krimpen. Daarnaast laten veranderingen in de vaardigheden die de EU-arbeidsmarkten tussen 2012 en 2025 vereisen, een toenemende behoefte aan hoogopgeleide werknemers zien (van 68 naar 83 miljoen, oftewel +23%). De lidstaten moeten hun sociaal en gezinsbeleid opnieuw evalueren om deze veranderingen aan te pakken en de EU als geheel te helpen deze nieuwe realiteiten het hoofd te bieden.
De EU moet de migratieregels verbeteren en zoeken naar manieren om zowel handarbeiders als hoogopgeleide legale migranten en ondernemers aan te trekken die vacante arbeidsplaatsen kunnen opvullen en de economische groei kunnen stimuleren. De EU moet de Europese blauwe kaart hervormen en nadenken over langetermijnvisa, kortetermijnvisa en seizoensvisa die kunnen bijdragen tot een verbetering van de arbeidssituatie in Europa en in de landen van herkomst. De bevoegdheden van de lidstaten op dit gebied moeten worden gerespecteerd en het zijn de lidstaten die de voorwaarden voor toegang tot hun arbeidsmarkt bepalen.
Legale migratie moet deel uitmaken van de algemene discussie met derde landen van herkomst en doorreis over samenwerking bij het beheer van migratiestromen. De EU moet de samenwerking van KMO's tussen lidstaten en derde landen bevorderen en aandringen op een systeem van investeringen in plaats van alleen maar steun.
Er moet worden nagedacht over mogelijke manieren om het EU-kader voor het beheer van legale migratie en met name arbeidsmigratie te wijzigen, onder meer door inspiratie te putten uit succesvolle puntgebaseerde modellen die door andere landen, zoals Canada, zijn ontwikkeld, en door rekening te houden met de bevoegdheden van de lidstaten.
Wij zijn van mening dat onze strategie inzake EU-hulp en buitenlands beleid ook rekening moet houden met het migratiebeleid. De Europese Commissie zou dit in overweging moeten nemen bij het ontwikkelen van een nieuwe "Afrikastrategie", evenals een alomvattende strategie voor het Midden-Oosten. De EU moet vaker bijstand verlenen aan het gastland om onregelmatige economische migratie te voorkomen. Een van de overkoepelende doelstellingen van het EU-hulpbeleid moet ook zijn de diepere oorzaken van migratie aan te pakken, waaronder demografische problemen. De nadruk moet daarom liggen op hulp bij de ontwikkeling van stabiele instellingen in de directe omgeving van Europa om duurzame maatschappelijke ontwikkeling te bevorderen.
Om het migratieprobleem in de kern aan te pakken, is een partnerschap met Afrika nodig dat gericht is op een substantiële sociaaleconomische transformatie van het Afrikaanse continent met inachtneming van zijn beginselen en doelstellingen. Dit vereist niet alleen meer ontwikkelingsfinanciering, maar ook stappen in de richting van een nieuw kader dat een aanzienlijke toename van particuliere investeringen van zowel Afrikanen als Europeanen mogelijk maakt. Er moet bijzondere aandacht worden besteed aan de uitvoering van de duurzame doelstellingen van de VN, met speciale aandacht voor onderwijs, gezondheid, infrastructuur, innovatie, goed bestuur en empowerment van vrouwen. Voorts moet rekening worden gehouden met de lessen van het Forum op hoog niveau Afrika-Europa 2018, omdat daaruit blijkt hoe het onaangeboorde potentieel van innovatie en digitalisering kan worden benut als belangrijke katalysatoren voor onze toekomstige ontwikkeling.
Het is essentieel om samen met partnerlanden te werken aan veerkracht en stabiliteit en aan het creëren van banen en kansen voor zowel migranten en vluchtelingen als voor de gastgemeenschappen.
De EU moet voortbouwen op de ervaring die tot dusver is opgedaan met het EU-trustfonds voor Afrika en het werk op het Afrikaanse continent voortzetten. Zij moet het trustfonds voor 2020 aanvullen met bijdragen van de lidstaten en de Europese Commissie en tegelijkertijd de precieze behoeften vaststellen.
Het optreden van de EU moet erop gericht zijn bij te dragen aan de economische ontwikkeling van lokale gemeenschappen en regio's en zo de migratiedruk te verminderen door de vaardigheden en inzetbaarheid van potentiële en/of terugkerende migranten te verbeteren.
De uitbreidingsinspanningen van de EU in de westelijke Balkan en het actieve nabuurschapsbeleid van de EU dragen bij tot de uitbreiding van het gebied van welvaart en versterking van de rechtsstaat en zijn daarom doeltreffende preventieve instrumenten voor een beter beheer van de migratiestromen. Versterkte strategische en operationele samenwerking tussen de EU en de landen aan haar oostelijke en zuidelijke grenzen moet een integrerend onderdeel van deze inspanningen vormen.
Hoewel de EU op grond van artikel 79, lid 4, VWEU het optreden van de lidstaten kan stimuleren en ondersteunen, blijft integratie een nationale bevoegdheid.
De migratiestromen van de afgelopen jaren hebben de behoefte aan een doeltreffend beleid voor de integratie van onderdanen van derde landen versterkt.
Integratie is een voorwaarde voor een inclusieve, samenhangende en welvarende samenleving. Wij begrijpen dat integratie een tweerichtingsproces is en dat respect voor de waarden waarop de Unie is gebouwd, een integrerend deel van het integratieproces moet uitmaken.
Wij roepen op tot een nieuwe aanpak van integratie door de lidstaten, gericht op sociale insluiting en integratie op de arbeidsmarkt, het aanbieden van taal- en integratiecursussen, met specifieke aandacht voor vrouwelijke migranten en andere kwetsbare personen en het aanpakken van de problemen van stedelijke getto's. Integratie in een zo vroeg mogelijk stadium, door middel van mainstream- en gerichte maatregelen, is een essentiële factor die bijdraagt aan de algehele maatschappelijke cohesie in Europa en een belangrijke factor bij het minimaliseren van risico's met betrekking tot mogelijke criminele activiteiten en blootstelling aan radicalisering.
De rechtsstaat en fundamentele rechten, zoals vrijheid van meningsuiting, gelijke rechten voor mannen en vrouwen en respect voor en dialoog tussen religieuze gemeenschappen, zijn essentiële elementen van ons waardenstelsel en moeten door iedereen worden gerespecteerd, ook door migranten. We kunnen geen parallelle samenlevingen toestaan waarin de kernwaarden van de Unie systematisch worden ondermijnd, en we moeten de strijd tegen al dergelijke extremistische ideologieën opvoeren.
De deelname van alle actoren in de samenleving is cruciaal en met inachtneming van de bevoegdheden van de lidstaten op het gebied van integratiemaatregelen, moeten dergelijke maatregelen voor alle legaal verblijvende onderdanen van derde landen inclusie bevorderen in plaats van isolatie, waarbij hand in hand moet worden gewerkt met regionale autoriteiten die een sleutelrol spelen in de integratieprocessen.
1 available translation
Inhoudsopgave
6 / 54