De externe dimensie van energiezekerheid

02.10.2015

De externe dimensie van energiezekerheid

Publicatie picture

DOELSTELLINGEN

Ons doel bestaat erin de continuïteit van de externe energievoorziening naar de Europese Unie te verbeteren. De Europese Unie voert 53 % van haar totale energieverbruik in. De crisis in Oekraïne heeft naast de bestaande behoefte aan meer concurrentievermogen, meer energie-efficiëntie, lagere kosten en meer onafhankelijkheid in de Europese energievoorziening ook duidelijk gemaakt dat de afhankelijkheid van één energieleverancier dringend moet worden afgebouwd en dat de weerbaarheid van de EU tegen externe geopolitieke druk moet worden verhoogd. Wij zijn in dat verband ingenomen met de oprichting van de energie-unie als voornaamste instrument om tot meer energiezekerheid te komen, de energieprijzen te drukken en het concurrentievermogen van de Europese economie te vergroten. Daartoe dient onder meer een echt gemeenschappelijk extern energiebeleid te worden uitgewerkt om de geopolitieke geloofwaardigheid, doeltreffendheid en samenhang van de EU te verbeteren, zodat we in de gesprekken met onze partners met één stem kunnen spreken en opdat het externe energiebeleid van de EU hand in hand zou gaan met haar gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid.

In het licht van de grote veranderingen die zich voordoen op de internationale energiemarkten, zoals de evolutie van de prijzen en de ingrijpende ontwikkelingen op het gebied van nieuwe voorzieningscapaciteit voor olie en gas enerzijds en de verwachte exponentiële toename van de vraag op de mondiale markt – in het bijzonder in de BRICS-landen – anderzijds, moet de EU een mondiale energiestrategie vaststellen.

De externe en interne dimensie van onze energiezekerheid zijn nauw met elkaar verweven. Om onze afhankelijkheid van invoer te kunnen afbouwen, is het van fundamenteel belang dat alle inheemse hulpbronnen optimaal en duurzaam worden benut. We zouden daarom moeten pleiten voor de volledige handhaving van de bestaande wetgeving inzake de interne energiemarkt, met inbegrip van het 3e energiepakket, om zo de afhankelijkheid af te bouwen, de diversiteit van de energiebronnen te vergroten, de energieprijzen voor ondernemingen en voor de eindconsument te drukken met het oog op convergentie van de energieprijzen aan beide zijden van de Atlantische Oceaan en een onderling verbonden, gesynchroniseerde gemeenschappelijke markt tot stand te brengen waarin geen energie-eilanden meer bestaan en tegelijkertijd de vrijheid van de lidstaten om hun energiemix te bepalen wordt geëerbiedigd.

WIJ ROEPEN OP TOT EENHEID EN SOLIDARITEIT IN HET EXTERNE ENERGIEBELEID

  • Het is van fundamenteel belang dat de landen van de energie-unie tijdens onderhandelingen met derde landen met één stem spreken. De coördinatie van de standpunten en de collectieve aankoop van gas dienen in eerste instantie op het regionale niveau plaats te vinden, waarbij de lidstaten op vrijwillige basis een gemeenschappelijk onderhandelingsmechanisme zouden kunnen invoeren en regionale hubs zouden kunnen oprichten voor de verdere uitbreiding van de gasvoorzieningsinfrastructuur, om zo onze collectieve onderhandelingspositie te versterken. Dat zou tot een gezamenlijke Europese onderhandelingspositie kunnen leiden. De herziening van het besluit inzake intergouvernementele overeenkomsten (IGO's) is van essentieel belang om de Europese Commissie een grotere rol toe te bedelen in het vrijwaren van de overeenstemming van intergouvernementele overeenkomsten met het EU-recht, onder meer via haar ex-ante-evaluaties van IGO's, haar deelname aan onderhandelingen en de uitwerking van standaardclausules met betrekking tot de EU-voorschriften. Grote commerciële contracten beïnvloeden de energiezekerheid van de EU. Er is een belangrijke rol weggelegd voor de Commissie, die voor zulke contracten worden gesloten, moet nagaan of zij verenigbaar zijn met het EU-recht en welke gevolgen zij zullen hebben voor de energiezekerheid, door deel te nemen aan de onderhandelingen over deze contracten. Dit mag evenwel geen afbreuk doen aan het recht van de Commissie om de naleving te controleren na de onderhandelingen. De opname van "energiezekerheidsclausules" in handels- en samenwerkingsovereenkomsten met producerende en doorvoerlanden dient verplicht te worden gesteld om verstoringen om politieke redenen te voorkomen.
  • Wij pleiten ervoor om een op het acquis gebaseerde energiemarkt voor ontvangende, producerende en doorvoerlanden in Europa en de landen van het nabuurschap tot stand te brengen waar alle partijen baat bij hebben. De volledige handhaving van het mededingingsrecht en het bestaande acquis betreffende de energiemarkt is dan ook van essentieel belang. Alle ondernemingen uit derde landen die deelnemen aan de productie, het transport, de distributie en de opslag van energie in de EU moeten alle aspecten van de relevante EU-wetgeving eerbiedigen.
  • Wij zijn van mening dat wij via samenwerking op het gebied van energie op een positieve manier kunnen bijdragen tot het bevorderen en versterken van de democratie, de rechtsstaat en de mensenrechten in partnerlanden. Wij vinden dat het buitenlands, het mensenrechten- en het energiebeleid elkaar dienen te versterken.
  • De externe dimensie dient ook te worden meegenomen in de herziening van de energie- en klimaatwetgeving, bijvoorbeeld inzake emissiehandel, hernieuwbare energie en energie-efficiëntie, en in eventuele latere herzieningen van de interne energiemarkt, aangezien de ontwikkeling van hernieuwbare energiebronnen in de EU en in onze partnerlanden eveneens helpt om onze afhankelijkheid van invoer af te bouwen.
  • Het beginsel van solidariteit tussen de lidstaten zou als overkoepelend beginsel moeten gelden om de continuïteit van de energievoorziening te verzekeren en dient eveneens te worden uitgebreid naar leden van de Energiegemeenschap. Wij vragen om de verordening betreffende de veiligstelling van de aardgasvoorziening snel te herzien en te versterken om de mogelijkheden voor een gezamenlijk optreden in noodsituaties en bij bedreigingen van de energiezekerheid te verruimen. Dit zou tot de uitwerking van concrete noodplannen moeten leiden, waarbij eveneens rekening moet worden gehouden met de beschikbare opslagcapaciteit.
  • Wij roepen op tot meer institutionele convergentie en synergieën. Wij pleiten er meer in het bijzonder voor om de prioriteiten op het gebied van externe energiezekerheid beter te integreren in het beleid van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en vicevoorzitter van de Commissie. Wij roepen op tot meer coördinatie tussen de HV/VV en de verantwoordelijke commissarissen, om zo de samenhang van het beleid inzake de externe energiezekerheid van de EU te versterken. Dit vereist een sterker cluster onder leiding van de HV/VV, waarbinnen iemand dient te worden aangesteld als verantwoordelijke voor dat dossier.

ER IS EEN ECHTE DIVERSIFIËRING VAN DE ROUTES EN DE VOORZIENING NODIG

  • Wij zijn van mening dat er dringend behoefte is aan een verdere diversifiëring van de energiebronnen, leveranciers en routes door nieuwe, betrouwbare partnerschappen aan te gaan. Veilige en betrouwbare energiebronnen zijn nodig om een goed geïntegreerde en onderling verbonden energiemarkt te verwezenlijken. De echte liberalisering van de interne markt van de EU hangt rechtstreeks samen met de diversifiëring van de voorzieningsbronnen.
  • Er moet werk worden gemaakt van betere onderlinge verbindingen met buurlanden. In dat opzicht moeten de projecten voor pijpleidingen in ons nabuurschap worden herzien. Wij vragen de Europese Commissie om meer bijstand te verlenen bij de uitvoering van projecten van gemeenschappelijk belang. Het potentieel van EFSI (het Europees Fonds voor strategische investeringen) dient te worden verkend, ook voor die strategische projecten die toegang hebben tot bestaande financieringsinstrumenten (CEF en de Europese structuur- en investeringsfondsen). Wij pleiten ervoor om het South Stream-project stop te zetten en zijn tegen de voortzetting ervan net zoals het "Turkish-Stream"-project, aangezien dit enkel de bestaande afhankelijkheid zou vergroten en indruist tegen het diversifiëringsbeginsel dat de EU nastreeft. Wij uiten daarentegen nogmaals onze steun voor een pijpleiding in de zuidelijke corridor om de landen in de zuidelijke Kaukasus, het Midden-Oosten, het Middellandse Zeegebied en Centraal-Azië te verbinden met de EU, waarbij Turkije als doorvoerland zou worden opgenomen. De trans-Kaspische pijpleiding is van strategisch belang voor de energievoorziening van de EU en de EU moet het vertrouwen terugwinnen voor een betrouwbaar energiepartnerschap met Centraal-Aziatische landen. Wij pleiten ervoor om een potentieel energiepartnerschap met Iran te overwegen als de onderhandelingen op nucleair gebied met Iran succesvol worden afgesloten.
  • Met het oog op een Euromediterraan energiepartnerschap dient de ontwikkeling van platformen voor gas, elektriciteit en hernieuwbare energie te worden gestimuleerd, bijvoorbeeld door het potentieel van zonne-energie te benutten en prioritaire steun te verlenen aan de noodzakelijke noord-zuidverbindingen met Noord-Afrikaanse landen. Wij onderstrepen eveneens het belang van het partnerschap voor het oostelijke Middellandse Zeegebied (Cyprus, Griekenland en Israël) en het potentieel van dat partnerschap op het gebied van gas, dat kan worden aangewend om de energiezekerheid in Zuidoost-Europa te vergroten.
  • Wij pleiten tevens voor een krachtige samenwerking met energiepartners in Noord-Europa, naast de ontwikkeling van sterke regionale netwerken van energieverbindingen tussen Scandinavië en het Oostzeegebied en tussen het Oostzeegebied en het gebied rond de Adriatische Zee.
  • Wij zijn van mening dat de Nord Stream 2-overeenkomst niet strookt met de EU‑strategie van diversifiëring van de voorzieningsbronnen en doorvoerroutes voor ingevoerde energie en met de energiezekerheidsstrategie van de EU en de beleidsdoelstellingen van het buitenlands beleid, het veiligheidsbeleid en het beleid voor het Oostelijk Partnerschap en dat zij de afhankelijkheid van de EU van de gasvoorziening uit Rusland vergroot. Wij roepen de Europese Commissie en de EDEO (Europese Dienst voor extern optreden) er daarom toe op om grondig na te gaan of het Nord Stream 2-project verenigbaar is met het EU-recht en om ervoor te zorgen dat alle relevante EU-wetgeving volledig wordt geëerbiedigd.
  • Nieuwe strategische energiepartnerschappen met Noorwegen en Turkije zouden de energiediversifiëring van de EU eveneens aanzienlijk kunnen versterken. De samenhang tussen het Turkse energiebeleid en de prioriteiten van de EU op het gebied van diversifiëring dienen te worden verzekerd. Wij dienen ons toe te spitsen op de trans-Anatolische en de trans-Adriatische gaspijpleiding, om zo tot een reële diversifiëring te komen. Wij zijn voorstander van de volwaardige toetreding van Turkije tot de Energiegemeenschap. Wij verzoeken de Turkse regering om het VN‑zeerechtverdrag (UNCLOS), dat reeds door de EU en haar 28 lidstaten is ondertekend en geratificeerd, onverwijld te ondertekenen en te ratificeren. Turkije dient eveneens de soevereine rechten van alle lidstaten te eerbiedigen, met inbegrip van de rechten in verband met het onderzoek naar en de exploitatie van bodemschatten wanneer deze in overeenstemming zijn met het EU-acquis en het internationaal recht.
  • Wij pleiten ervoor om strategische energie-infrastructuurprojecten vast te stellen die voor een reële diversifiëring zorgen, samen met onze buurlanden en de leden van de Energiegemeenschap. Daartoe moeten bidirectionele onderlinge verbindingen worden ontwikkeld en verbeterd en moet de beschikbaarheid ervan worden verhoogd, moeten energie-eilanden worden weggewerkt en moet er in de EU werk worden gemaakt van technologie voor bidirectionele stromen, opslagcapaciteit en LNG-terminals. Wij verzoeken de Commissie om snel een LNG-strategie voor te stellen, aangezien een dergelijke strategie van essentieel belang is voor de diversifiëring van de gasvoorziening.
  • De totstandbrenging van een energie-unie steunt op maximalisatie van de capaciteit van de interconnectoren, maar ook op de aanleg van moderne energie-infrastructuur en modernisering van de bestaande netwerken. Een energiezekerheidsstrategie van de EU moet dan ook coördinatiemechanismen omvatten om de interoperabiliteit te verzekeren, zoals slimme transmissie en distributie. Er moet een interconnectiestreefdoel voor gas worden vastgesteld, dat is afgestemd op het interconnectiestreefdoel voor elektriciteit en verder reikt dan de verordening betreffende de veiligstelling van de aardgasvoorziening.

WIJ PLEITEN ERVOOR OM DE INTERNATIONALE SAMENWERKING EN ENERGIEDIPLOMATIE TE VERSTERKEN

  • In de huidige geopolitieke context zijn een sterke strategische samenwerking met de VS op het gebied van energie en een intensievere samenwerking met de EU-VS-Energieraad belangrijk om de zekerheid en het politieke en economische partnerschap tussen de EU en de VS te versterken. Wij verzoeken om een openstelling van de energiemarkten in de onderhandelingen over het TTIP (trans-Atlantisch partnerschap voor handel en investeringen) – om zo het uitvoerverbod van de VS op te heffen, waardoor de energieprijzen zouden dalen – via de trans-Atlantische energiemarkt (TEM), om zo onze onderhandelingspositie op de mondiale markt te verbeteren.
  • Wij zijn voorstander van de ontwikkeling van EU-energiediplomatie in partnerlanden en op internationale fora om zo onder meer de transparantie op de mondiale gasmarkten te verhogen, marktfalen te voorkomen en de energiezekerheid voor alle partijen te verhogen. De ontwikkeling van een echte mondiale gasmarkt moet worden gevrijwaard in de voorschriften van de WTO, door mechanismen die de mededinging verstoren te voorkomen. Wij zijn dan ook tevreden over het feit dat de Commissie de regels van het EU-mededingingsbeleid inzet tegen energiebedrijven van buiten de EU en moedigen haar aan om dat te blijven doen.
  • Wij willen meer synergieën tussen de diplomatie op het gebied van energiezekerheid en van klimaatverandering, in het bijzonder via de COP 21-onderhandelingen in Parijs, om ervoor te zorgen dat de lasten voor de CO2-reductie op een duurzame manier door de hele wereld worden gedeeld. Dat draagt bij tot de primaire doelstelling van de EU van energiezekerheid, maar komt ook het concurrentievermogen van de EU-economie ten goede.
  • Wij benadrukken dat de pan-Europese dimensie van de energie-unie moet worden ondersteund, aangezien de verdragsluitende partijen van de Energiegemeenschap zich ertoe verbinden het EU-acquis op het gebied van energie toe te passen, en met name de bepalingen inzake de interne energiemarkt. Wij zijn voorstander van een verdere verbetering van de werking van de Energiegemeenschap en een versterking van de instellingen ervan. Wij pleiten ervoor om het memorandum van overeenstemming met Oekraïne inzake een strategisch energiepartnerschap dit jaar te verlengen. Wij dienen voorts een verbetering van de energie-efficiëntie en de duurzaamheid in doorvoerlanden te stimuleren via gezamenlijke infrastructuurprojecten om het verlies tijdens de doorvoer te beperken. Op de lange termijn is het de bedoeling om (potentiële) kandidaatlanden en buurlanden, en dan met name de landen van de Westelijke Balkan die geen lid zijn van de EU, op te nemen in de energie-unie. Wij onderstrepen het belang van een Euromediterraan energiepartnerschap en zijn van mening dat energiezekerheid deel dient uit te maken van de lopende herziening van het Europees nabuurschapsbeleid.

Andere gerelateerde inhoud