Selecteer een land
Selecteer uw land om het nieuws van uw lokale Europarlementariërs te volgen:
De landen hieronder publiceren geen inhoud in uw taal. Selecteer een land als u nieuws in het Engels of in de nationale taal(en) wilt volgen:
Geselecteerde taal: Nederlands
Waar bent u naar op zoek?
01.07.2020
De standpuntnota van de EVP-Fractie - Een Europese gezondheidsunie
Wanneer we anderen feliciteren met hun verjaardag of een gelukkig nieuwjaar toewensen, eindigen we meestal met: “... en vooral een goede gezondheid”, al voordat we ooit van COVID-19 hadden gehoord.
“Als je maar gezond bent” is niet voor niets een gevleugelde uitdrukking. 2020 was het jaar van een mondiale pandemie die honderdduizenden mensen in de hele wereld het leven heeft gekost. Geen enkele lidstaat is de dans ontsprongen. Een aantal EU-landen hebben de curve weliswaar weten af te vlakken, maar COVID-19 is nog steeds een ernstige bron van zorg en zal dat waarschijnlijk blijven tot een doeltreffend vaccin is gevonden.
COVID-19 heeft aangetoond dat gezondheid een centralere rol moet spelen in de Europese politiek. De EVP-Fractie maakt zich dan ook hard voor een snelle invoering van een Europese gezondheidsunie.
Dankzij haar christendemocratische en humanistische grondslag heeft de EVP-Fractie zich in haar doen en laten altijd laten leiden door het welzijn van de mens, het lichamelijke, mentale en sociale welzijn van de burger. De christendemocratische grondleggers stelden het welzijn van alle Europeanen dan ook centraal in het Europese beleid. Sindsdien is dit een van de hoofddoelen van de EU, verankerd in artikel 3 van het Verdrag van de Europese Unie (samen met het bevorderen van de vrede en onze fundamentele waarden).
Als christendemocraten zijn wij er bovenal sterk van overtuigd dat mensen een betere toekomst kunnen bewerkstelligen. Net zoals artsen, verpleegkundigen en apothekers het dagelijks leven van miljoenen Europeanen verbeteren denken wij dat gedegen politiek en gedegen beleid hetzelfde kunnen doen. Wij willen de medische en wetenschappelijke vooruitgang in goede banen leiden. Wij geloven in een betere toekomst. Wij onderschrijven wetenschappelijke bevindingen en vooruitgang en willen dat Europa de wetenschap doelbewust inzet om het welzijn van alle mensen te verzekeren.
Christendemocraten geloven in een samenleving die mensen in nood niet in de kou laat staan. Voor ons is medische vooruitgang niet zomaar een verdienmodel. Wij beschouwen medische vooruitgang als pure noodzaak om het dagelijks leven van alle mensen te verbeteren, afgestemd op hun inkomen, opleiding of regionale herkomst binnen Europa. We geloven ook dat mensen in staat moeten worden gesteld om te groeien, iets op te bouwen en zelf bij te dragen aan het welzijn van anderen, zonder dat ze daarin worden belemmerd of betuttelend worden behandeld. Een samenleving waarin elk individu een plaats heeft doch vrij is.
We staan achter de voordelen van innovatie en baseren onze beslissingen op wetenschappelijke bevindingen. We weten dat technologie in dienst van de mens moet staan en niet andersom. We weten ook dat we nieuwe technologische mogelijkheden als apps, big data, artificiële intelligentie (AI) en gepersonaliseerde geneeskunde niet zonder meer van tafel mogen vegen. Integendeel, we willen dat Europa hierin het voortouw neemt en deze trends actief stuurt. Wij plaatsen de mens centraal bij innovaties. Medische vooruitgang moet stevig verankerd zijn in een helder waardestelsel waarin de mens centraal staat.
Als christendemocraten hebben wij al een duidelijk standpunt ingenomen over het aanboren van het Europese potentieel in de gezondheidssector: we steunen onze burgers bijvoorbeeld in het gevecht tegen kanker. Wij zien onze waarden, ambities en bereidheid om naar meer innovatie en kennisoverdracht in de hele wetenschappelijke wereld te streven als kernbeginselen waarmee we het leven van Europeanen kunnen verbeteren door kanker te bestrijden. We laten ons door diezelfde waarden leiden bij ons werk om alle Europeanen van een gezondheidszorg van hoge kwaliteit te verzekeren.
Welbeschouwd is geneeskunde gebaseerd op eerder opgedane kennis. Big data en AI bieden onderzoekers en artsen mogelijkheden om die kennis rechtstreeks te bevragen en zo sneller en nauwkeuriger voorspellingen voor de toekomst te doen. We zijn ons er terdege van bewust dat technologie in de gezondheidszorg het verschil tussen een gered leven en een verloren leven kan uitmaken.
Bovendien beseffen we dat we grote medische uitdagingen, zoals ziekten en pandemieën, enkel samen het hoofd kunnen bieden. Daarom streven we binnen Europa én daarbuiten naar samenwerking. We willen gezondheidswerkers door middel van billijke handelsovereenkomsten bij elkaar brengen, zodat we onze kennis kunnen delen en netwerken kunnen opzetten om de gezondheidszorg in Europa en daarbuiten te verbeteren.
Verder willen we dat Europa zich krachtig uitspreekt tegen alle partijen die pandemieën, ziekten of andere gezondheidsrisico’s voor hun eigen machtsspelletjes willen misbruiken. We moeten het opnemen tegen desinformatie of tegen landen die belangrijke informatie over het bestrijden van ziekten of pandemieën achterhouden. We moeten al onze economische macht aanwenden en altijd sancties opleggen wanneer landen het leven van Europeanen op het spel zetten door ons niet of verkeerd te informeren of door pandemieën voor hun karretje te spannen. Christendemocraten zien het beheer van gezondheidsrisico’s als een van de hoekstenen van een veilige toekomst.
We geloven in een Europese Unie die alle Europeanen respecteert, beschermt en steunt. We geloven in een Europese Unie die innovatie faciliteert en bevordert en iets bijdraagt aan het leven van ons allemaal.
Onze Unie is ook een gezondheidsunie, waarin persoonsgericht beleid centraal staat.
Bij alle beleidsbeslissingen op het gebied van gezondheid moeten de individuele behoeften van mannen en vrouwen in acht worden genomen.
We zijn ook een Unie die zich openstelt voor de wereld buiten haar grenzen. We staan voor internationale samenwerking zodat Europa kan genieten van medische vooruitgang en daaraan ook zelf kan bijdragen. Wetenschappelijke en medische samenwerking levert een win-winsituatie op voor zowel onze samenleving als onze economie. Dat doen we in de wetenschap dat Europa in het kader van onze ontwikkelingshulp internationaal een bijdrage hoort te leveren aan het bevorderen van de volksgezondheid in andere delen van de wereld. We moeten de gezondheidssector in partnerlanden helpen bij het aanscherpen van hun veerkracht en paraatheid. Onderwijs en opleiding van gezondheidswerkers zijn in dat verband essentieel. We moeten ervoor zorgen dat de humanitaire en gezondheidsgerelateerde COVID-19-maatregelen van de EU niet worden aangegrepen om ideologieën en een politieke agenda naar voren te schuiven.
De COVID-19-crisis heeft aangetoond dat onze burgers de vruchten van een geglobaliseerde en verbonden wereld enkel kunnen plukken wanneer de EU een sterk gezondheidsbeleid heeft.
Dat willen we dan ook op EU-niveau versterkt zien. Waar nodig moet de EU de beschikking krijgen over de juiste instrumenten om zich op basis van de volgende beginselen tot een doeltreffende gezondheidsunie te ontplooien:
een Europa dat respecteert; een Europa dat beschermt en steunt, en; een Europa dat innoveert en nieuwe wegen inslaat om ons leven te verbeteren.
De COVID-19-crisis heeft laten zien dat gezondheidsbedreigingen geen grenzen kennen en dat een gecoördineerdere Europese respons nodig is.
Veel onderdelen van het gezondheidsbeleid zijn de verantwoordelijkheid van de lidstaten. De Europese Unie laat nu echter vele mogelijkheden onbenut.
In het VWEU (artikel 168) en het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (artikel 35) staat het volgende: “Bij de bepaling en de uitvoering van elk beleid en elk optreden van de Unie wordt een hoog niveau van bescherming van de menselijke gezondheid verzekerd” en dat de Commissie met dat doel voor ogen: “bij haar in lid 1 bedoelde voorstellen op het gebied van de volksgezondheid, de veiligheid, de milieubescherming en de consumentenbescherming [zal] uitgaan van een hoog beschermingsniveau, daarbij in het bijzonder rekening houdend met alle nieuwe ontwikkelingen die op wetenschappelijke gegevens zijn gebaseerd. Ook het Europees Parlement en de Raad zullen binnen hun respectieve bevoegdheden deze doelstelling trachten te verwezenlijken” om de interne markt te realiseren en goed te laten functioneren (artikel 114).
In het VWEU is expliciet een grote rol weggelegd voor het optreden van de Unie dat “is gericht op verbetering van de volksgezondheid, preventie van ziekten en aandoeningen bij de mens en het wegnemen van bronnen van gevaar voor de lichamelijke en geestelijke gezondheid. Dit optreden omvat de bestrijding van grote bedreigingen van de gezondheid, door het bevorderen van onderzoek naar de oorzaken, de overdracht en de preventie daarvan, alsmede door het bevorderen van gezondheidsvoorlichting en gezondheidsonderwijs, en de controle van, de alarmering bij en de bestrijding van ernstige grensoverschrijdende bedreigingen van de gezondheid.” (artikel 168).
Binnen dit bevoegdheidsgebied heeft de EU gewerkt aan het verbeteren van de volksgezondheid (bijvoorbeeld door campagnes bij het publiek tegen roken, alcoholmisbruik, overgewicht en drugs), het aanpakken van ernstige grensoverschrijdende bedreigingen (zoals antimicrobiële resistentie), het voorkomen en beteugelen van (dieren)ziekten (bijvoorbeeld de gekkekoeienziekte), het beperken van volksgezondheidsrisico’s (zoals levensmiddelenwetgeving en de Reach-wetgeving) en het harmoniseren van de gezondheidsstrategieën van de lidstaten (bijvoorbeeld ten aanzien van de mobiliteit van gezondheidswerkers en patiënten). De oprichting van gespecialiseerde agentschappen zoals het Europees Geneesmiddelenbureau (European Medicines Agency – EMA), het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (European Centre for Disease Prevention and Control – ECDC) en de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (European Food Safety Authority – EFSA) heeft blijk gegeven van de toenemende inzet van de EU op het gebied van gezondheidsbeleid. Het EU-gezondheidsprogramma “EU4Health”, waarvoor een begroting van 9,4 miljard EUR is voorgesteld, wijst duidelijk uit dat de EU een steeds grotere rol speelt op het gebied van volksgezondheidsbeleid.
Ondanks al het werk dat al op EU-niveau is verzet, bieden de bestaande Verdragen de Europese Unie nog flink wat ruimte om veel meer te doen op het gebied van gezondheidsbeleid. De gezondheidsbepalingen van de Verdragen worden nog altijd sterk onderbenut wat de doelen betreft die met behulp van deze bepalingen kunnen worden nagestreefd. De bevoegdheden van de Unie staan meer maatregelen toe dan tot nu toe zijn genomen. Neem bijvoorbeeld de richtlijn betreffende grensoverschrijdende gezondheidszorg, die onder het grondbeginsel van het vrije verkeer van diensten valt en gericht is op de onderlinge aanpassing van de wettelijke bepalingen. Die kan doeltreffender worden aangewend om bestaande belemmeringen voor het verlenen van grensoverschrijdende gezondheidszorgdiensten weg te nemen.
Het is bijvoorbeeld algemeen bekend dat toegang tot grensoverschrijdende gezondheidszorg en betere coördinatie en bevordering van beste praktijken tussen de lidstaten aanzienlijke voordelen kunnen opleveren.
Aan de andere kant weten we dat de meeste financiële middelen voor gezondheidszorgstelsels op lidstaatniveau beschikbaar zijn en dat de lidstaten op dat gebied veel bevoegdheden uitoefenen. Een ambitieus Europees gezondheidsbeleid moet daar rekening mee houden en geen verwachtingen wekken die niet kunnen worden waargemaakt. Niet elk gezondheidsproject kan uit hoofde van een overkoepelend EU-gezondheidsprogramma worden gefinancierd en niet alle goede ideeën kunnen op Europees niveau worden opgevolgd in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel. Dat neemt niet weg dat we vastbesloten zijn om aan een veel krachtiger EU-gezondheidsbeleid te werken. We willen alle nodige maatregelen bevorderen die een duidelijke EU-meerwaarde hebben en die onder meer gericht zijn op een minder versnipperde interne markt voor gezondheidsdiensten.
Ons Europa is gegrondvest op subsidiariteit en solidariteit. Zo weten de regio’s stuk voor stuk beter dan Brussel waar en hoe hun ziekenhuis of medisch centrum het beste kan worden gerund. Nationale politici weten het beste hoe ze de medische zorg en hun gezondheidsstelsel optimaal kunnen inrichten. Vele andere zaken vragen echter om een Europese aanpak. Denk aan grensoverschrijdende bedreigingen (die we alleen samen het hoofd kunnen bieden), de regulering van producten op onze interne markt die innovatie bevorderen en gezondheidsbedreigingen inperken, alsmede grensoverschrijdende gezondheidszorg. Dat beperkt zich niet tot één niveau, maar vergt een denken en doen op meerdere niveaus. Wij stellen alleen de behoeften van de mens centraal en geloven ten stelligste in een beter en veerkrachtiger Europa, in een Europa van subsidiariteit en solidariteit.
Toen de pandemie uitbrak, leidde het gebrek aan een gecoördineerd optreden op EU-niveau in de begindagen tot praktische problemen. Zo gingen sommige interne grenzen dicht en liep de interne markt vast waardoor het bijzonder lastig was om essentiële goederen op de plaats van bestemming te krijgen, met inbegrip van medische benodigdheden. Daar moeten we lering uit trekken en streven naar een meer gecoördineerde aanpak. De EU moet concrete en doeltreffende bevoegdheden krijgen en daarmee een meerwaarde kunnen bieden bij huidige en toekomstige crises in de lidstaten.
Het Europees Parlement heeft onderstreept dat de pandemie geen grenzen of ideologieën kent en de samenwerking en solidariteit van de gehele internationale gemeenschap evenals de versterking van het VN-stelsel, en in het bijzonder van de Wereldgezondheidsorganisatie (World Health Organization – WHO), vergt. De EVP-Fractie meent dat alle relevante partijen, met inbegrip van Taiwan, bij de vergaderingen, mechanismen en activiteiten van de WHO moeten worden betrokken, zeker tijdens een internationale volksgezondheidscrisis.
Demografische trends, klimaatuitdagingen, beschikbare innovaties, beter toegankelijke behandelingen voor iedereen, het hoge aantal chronische ziekten, digitalisering (e-gezondheid) en de bestendigheid van gezondheidszorgstelsels hebben al meer aandacht voor gezondheidsbeleid op EU-niveau gegenereerd. Die uitdagingen vergen een gecoördineerde EU-aanpak, want ze kennen geen grenzen en alle lidstaten worden ermee geconfronteerd.
Deze trends zijn een gegeven en zetten alleen nog maar meer vaart achter de veranderingen die al gaande zijn in het gezondheidsbeleid. We moeten rekening houden met de sociale en geografische gezondheidskloof en in heel Europa gelijke toegang tot gezondheidszorg van hoge kwaliteit waarborgen.
Onlangs vroeg de Europese Commissie zich in haar laatste aanbevelingen in het kader van het Europees Semester aan de lidstaten bezorgd af in hoeverre de nationale gezondheidsstelsels nu en op de langere termijn veerkrachtig genoeg zijn om toekomstige noodsituaties op te vangen. Zij constateerde dat de COVID-19-pandemie reeds bestaande structurele problemen met betrekking tot de toegankelijkheid, de doeltreffendheid en de veerkracht van nationale gezondheidsstelsels aan het licht heeft gebracht. De Commissie benoemde de ontoereikende financiering voor de gezondheidszorg, alsmede de zwakke eerstelijnszorg en slechte coördinatie.
Deze crisis heeft ook aangetoond hoe belangrijk het is om een gezondheidsbeleid te voeren dat op bewijs gestoeld is. Dit omvat initiatieven voor zowel behandeling als preventie. Preventieve maatregelen moeten evenredig zijn en maximale gezondheidsresultaten waarborgen.
Door COVID-19 zagen we ons genoodzaakt om ongekend beperkende maatregelen op te leggen om onze bevolking te beschermen. Onze gezondheidszorg kwam onder enorme druk te staan.
De EVP-Fractie is alle gezondheidswerkers dankbaar: artsen en verpleegkundigen, zorgverleners en schoonmakers, en hun gezinnen.
Ondanks alle slachtoffers en de gebrekkige coördinatie hebben we veel bereikt: het EMA heeft de goedkeuringsprocedure voor een vaccin of geneesmiddel versneld en de Europese Commissie subsidieert meer dan 100 onderzoeksteams in heel Europa, waaronder de eerste klinische proeven van de vaccinatie tegen COVID-19 in de Europese Unie. We hebben flexibel gereageerd en alle beschikbare financiële middelen gemobiliseerd om de crisis het hoofd te bieden. Binnen twee weken na dit voorstel door de Europese Commissie heeft het Europees Parlement ingestemd met een tijdelijke aanpassing van de verordening betreffende medische hulpmiddelen. Hierdoor werden problemen bij de aanvoer van essentiële hulpmiddelen binnen de interne markt tijdens deze pandemie zoveel mogelijk beperkt. De Europese Commissie heeft voorzien in richtsnoeren en financiële steun om COVID-19-patiënten in andere lidstaten te laten behandelen wanneer de capaciteit in het eigen land was bereikt. Verder heeft de Europese Commissie twee mechanismen gemobiliseerd (rescEU en gezamenlijke aankoop) om de zwaarst getroffen lidstaten van meer middelen te voorzien. Tot slot heeft de Europese Unie de handen ineengeslagen met internationale partners om een inzamelingsmarathon in gang te zetten onder de noemer Wereldwijde coronarespons. Tot slot zijn we zeer ingenomen met de EU-vaccinstrategie die de Europese Commissie heeft aangenomen en maken we ons sterk voor een snelle uitvoering daarvan.
We zijn het er echter allemaal over eens dat dit nog niet genoeg is. De huidige crisis vraagt om nog veel meer dringende maatregelen en bovendien moeten we ervoor zorgen dat we beter voorbereid zijn op toekomstige crises.
De EVP-Fractie is stellig van mening dat Europa deze crisis alleen te boven kan komen als de hele Europese familie haar solidariteit en verantwoordelijkheidsgevoel laat spreken en samen de schouders eronder zet. We moeten allemaal ons steentje bijdragen. Door op elkaar te letten. Door elkaar te vertrouwen. Door afstand te houden om kwetsbare mensen te beschermen.
Het is terecht om, waar mogelijk, de COVID-19-maatregelen enigszins te versoepelen om het economisch verkeer en sociale leven weer op gang te brengen, zodat bijvoorbeeld kinderen weer naar school kunnen. Wat ons echter zorgen baart is dat een te grote versoepeling in een tweede golf kan resulteren. Daardoor zou de capaciteit van onze gezondheidszorgstelsels weer onder druk komen te staan, aangezien er meer COVID-19-patiënten in een ziekenhuis moeten worden opgenomen, met de nodige gevolgen van dien voor de gezondheidswerkers en hun gezinnen. Veel mensen sterven eerder dan normaal en gezondheidswerkers worden lichamelijk en geestelijk zwaar belast. De beperkingen moeten stapsgewijs en onder coördinatie van de EU worden opgeheven. Daarbij is het zaak om afstandsregels, het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen, algemene testprocedures en contactonderzoek op een gedegen manier te implementeren. De EU en de lidstaten moeten er rekening mee houden dat ze beperkingen op regionale basis opnieuw moeten opleggen wanneer officiële gezondheidsinstanties dat nodig achten.
De praktijk heeft uitgewezen dat we deze crisis niet onder controle kunnen krijgen als we allemaal op eigen houtje iets ondernemen. En ook niet als we nationale bevoegdheden gaan afzetten tegen Europese bevoegdheden. We komen er alleen uit als we samenwerken.
Terwijl we langzamerhand strategieën voor na COVID-19 en voor het economisch en maatschappelijk herstel gaan uitstippelen, heeft de EVP-Fractie uitgebreid haar gedachten laten gaan over de lering die we uit deze pandemie kunnen trekken. Het gezondheidsbeleid staat centraal bij onze prioriteiten en we willen alle mogelijkheden benutten die het huidige institutionele kader biedt:
17 available translations
Inhoudsopgave
6 / 54