RUIMTEVAARTBELEID VOOR GROEI, ECONOMISCHE TRANSITIE EN VEILIGHEID IN EUROPA

07.10.2022

RUIMTEVAARTBELEID VOOR GROEI, ECONOMISCHE TRANSITIE EN VEILIGHEID IN EUROPA

Publicatie picture

Onze visie

De EVP-Fractie wil dat Europa wereldwijd een toonaangevende ruimtevaartmogendheid blijft en daarin blijft investeren. We zijn ervan overtuigd dat de Europese Unie nog meer verantwoordelijk moet nemen om de veiligheid binnen en buiten haar eigen grenzen te bewaken, om in onze buurlanden en wereldwijd stabiliteit te kunnen waarborgen. Ruimtevaartbeleid van de EU wordt daarom steeds belangrijker. De stappen die daarin worden ondernomen hebben namelijk bewezen dat ze op daadwerkelijk concreet bijdragen aan de veiligheid van de inwoners van de EU, wat de lidstaten alleen niet hadden kunnen bereiken.

De EVP-Fractie wil van het ruimtevaartbeleid van de EU een belangrijk instrument maken voor economische groei en een grotere betrokkenheid van de particuliere sector in de ruimtevaarteconomie. Meer stimulansen komen kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s) en de nieuwe ruimtevaartsector zeker ten goede n, samen met een duidelijk wetgevingskader, versterkt het concurrentievermogen van onze industrie.
 

Ruimtevaartactiviteiten – een noodzaak

De activiteiten van de Europese Unie in de ruimte zorgen voor essentiële informatie en kennis waarmee we ons beleid op het gebied van onder meer klimaat, veiligheid en reddingsdiensten, vervoer, communicatie en digitalisering kunnen ondersteunen en zo de veerkracht van de EU kunnen versterken.

De ruimtevaartsector staat dus aan de basis van veel economische activiteitenm met meer dan 230 000 banen in de Unie en een toegevoegde waarde van 53 tot 62 miljard euro voor de economie, en is indirect goed voor meer dan 10 % van het bbp van de EU1. De Europese ruimtevaarteconomie is daarmee de op een na grootste ter wereld en vormt een uitzonderlijk onderzoeks- en innovatie-intensieve sector met hooggekwalificeerde werknemers. Ruimtevaarttechnologie draagt ook bij aan O&O-activiteiten in verschillende andere sectoren en aan de verkenning van het heelal.
 

Europa – een mondiale ruimtevaartmogendheid

Het huidige succes van de Europese ruimtevaarteconomie hangt samen met het Europees ruimtevaartprogramma, dat door de Europese Commissie via het Agentschap van de Europese Unie voor het ruimtevaartprogramma (EUSPA) en – in veel gevallen – in nauwe samenwerking met het intergouvernementeel Europees Ruimteagentschap (ESA) en de lidstaten wordt beheerd.

Met behulp van satellieten draagt Copernicus, het programma voor aardobservatie van de EU, bij aan de monitoring van het milieu, vanuit de lucht, op de grond en op zee dat op diverse terreinen, zoals precisielandbouw en bij opsporings- en reddingsoperaties, wordt ingezet.

Het programma Galileo, het wereldwijde satellietnavigatiesysteem van de Europese Unie (GNSS), levert de meest nauwkeurige navigatie- en plaatsbepalingsdienst ter wereld. Het overlay-systeem voor geostationaire navigatie Egnos zorgt voor betere positie- en tijdsinformatie en wordt bijvoorbeeld gebruikt bij landingen van vliegtuigen op Europese luchthavens.

Govsatcom, de satellietcommunicatiedienst voor overheidsgebruik, wordt door de EU gebruikt bij de reactie op specifieke dreigingen en ondersteunt de maritieme strategie van de EU en het EU-beleid voor het noordpoolgebied.

Het programma Omgevingsbewustzijn in de ruimte (SSA) moet voor meer capaciteit zorgen om ruimteobjecten en ruimteschroot te monitoren, te tracken en te identificeren; SSA omvat drie subcomponenten: voor ruimtebewaking en -monitoring (SST), ruimteweersverschijnselen (SWE) en aardscheerders (NEO).

De totale begroting van het ruimtevaartprogramma van de EU voor 2021-2027 bedraagt 14,4 miljard euro en is daarmee de grootste die ooit op EU-niveau voor ruimtevaart is vastgesteld. Dit betekent ook een aanzienlijke stijging ten opzichte van de periode 2014-2021 (11 miljard euro) en de periode 2007-2013 (slechts 5 miljard euro). Vergeleken met wereldwijde concurrenten is de ruimtevaartbegroting van de EU echter nog steeds niet toereikend: in de Verenigde Staten beschikt de NASA alleen al voor 2022 over een begroting van 24 miljard dollar!
 

Actuele uitdagingen


Prioriteiten van de EVP-Fractie
 

  • De autonome toegang van de EU tot de ruimte moet worden versterkt, met name op het gebied van lanceersystemen, aangezien Rusland zich als gevolg van zijn aanvalsoorlog heeft teruggetrokken uit het Centre Spatial Guyanais in Kourou.
  • Er zijn extra middelen voor Copernicus nodig om gaten in de begroting als gevolg van de Brexit te compenseren.


De Russische invasie van Oekraïne heeft laten zien dat er snel actie moet worden ondernomen om de autonome toegang van de EU tot de ruimte en de toeleveringsketen van de EU te versterken en zo de veerkracht van de EU te vergroten. De EU moet haar strategische autonomie veiligstellen en op strategische gebieden (bijvoorbeeld als het gaat om lanceersystemen) niet afhankelijk zijn van derde landen, maar voor haar vlaggenschipprogramma’s juist vertrouwen op haar strategische waardeketens.

De door Rusland gevoerde oorlog heeft aanzienlijke gevolgen voor het Europees ruimtevaartbeleid, de ruimtevluchten en de ruimteverkenningsactiviteiten. De Russische ruimtevaartorganisatie Roscosmos heeft aangekondigd zich terug te trekken uit het Centre Spatial Guyanais in Kourou. De oprichting van alternatieve ruimtehavens in de EU moet daarom worden onderzocht.

Door het wegvallen van Russische lanceercapaciteit is het voor de EU dringend noodzakelijk geworden te streven naar een grotere autonomie voor de lancering van satellieten. Het Russische besluit heeft hoe dan ook geen gevolgen voor de continuïteit en kwaliteit van de Galileo- en Copernicusdiensten enbrengt het de verdere ontwikkeling van deze infrastructuur niet in gevaar.

De financiering van Copernicus door het Verenigd Koninkrijk (VK) die na de Brexit is overeengekomen, en de deelname van het VK aan het onderzoeksprogramma Horizon Europa zijn beide stopgezet vanwege het geschil over het protocol inzake Noord-Ierland. De Commissie en ESA zijn tot een overeenstemming gekomen om de vermindering van de begroting aan te pakken en de continuïteit, integriteit en verdere ontwikkeling van Copernicus te waarborgen. Om alle geplande activiteiten met grote voortvarendheid te kunnen voortzetten, moet de bestaande begroting worden verhoogd.
 

De toekomst

Veilige communicatie, ruimteverkeersbeheer, strategische autonomie, defensie


Prioriteiten van de EVP-fractie
 

  • Om ervoor te zorgen dat Europa een mondiale ruimtevaartmacht blijft, moet de EU het aantal lanceringen van satellieten opvoeren. De EU-begroting moet over meer middelen beschikken voor het programma voor beveiligde connectiviteit 2023-2027.
  • We omarmen het duaal civiel-militair gebruik van onze ruimtevaartactiva en erkennen dat er ook duidelijke synergieën bestaan op het gebied van onderzoek en ontwikkeling. We moeten optimaal gebruikmaken van het ruimtevaart- en defensie-ecosysteem.
  • Nauwe samenwerking tussen de EU en de NAVO in het kader van het ruimtevaartprogramma van de EU is noodzakelijk, met name wat betreft de bescherming van ruimtevaartcapaciteiten en diensten voor veiligheid en defensie. We zijn ingenomen met de ruimtevaartdimensie van het onlangs aangenomen Europees strategisch kompas.


Door de opkomst van ruimtevaartlanden als China en India en de steeds grotere rol die Amerikaanse particuliere ondernemingen, zoals SpaceX, Blue Origin en Virgin Galactic, in de ruimtevaart spelen, is het niet gezegd dat Europa zijn positie als op een na grootste ruimtevaartmacht ter wereld zal weten te behouden.

De concurrentie op het gebied van de lancering en exploitatie van satellieten is nog altijd even groot. Er zijn al bijna 12 000 satellieten in een baan om de aarde gebracht door 6 000 draagraketten en in de komende jaren zullen daar nog eens 20 000 satellieten bijkomen. Deze zullen allerlei particuliere diensten aanbieden, zoals internet uit de ruimte, navigatie, kartering enz.

De Unie zal ook meer satellieten moeten lanceren. De publicatie van het programma voor beveiligde connectiviteit voor 2023-2027 is een nieuwe stap in die richting; het met 6 miljard euro uitgeruste programma (waarvan 2,4 miljard euro uit de EU-begroting) is meer dan welkom. Dankzij dit programma zal de nieuwe Europese constellatie van satellieten wereldwijde toegang tot beveiligde satellietcommunicatiediensten voor de bescherming van onze kritieke infrastructuur, voor surveillance, voor ondersteuning van externe operaties en voor het bieden van betrouwbare en snelle verbindingen met mensen en bedrijven via de particuliere sector mogelijk maken.

Om dit nieuwe programma tot een succes te maken, zouden er eigenlijk nieuwe middelen moeten worden aangeboord en zou zorgvuldig in kaart moeten worden gebracht welke overlap er is met bestaande diensten.

De integratie van kwantumcommunicatietechnologie (oorspronkelijk ontwikkeld in het kader van het EuroQCI-initiatief) in het systeem voor beveiligde connectiviteit zou helpen om onze satellietcommunicatiesystemen beter te beveiligen.

Tegelijkertijd is er het probleem van de toenemende ruimtevervuiling en de meer dan een miljoen stukjes ruimteschroot van afgedankte satellieten, dat een gevaar vormt voor onze satellietlanceringen, onze bestaande ruimtevaartactiva en vooral ook onze astronauten in de ruimte. Het moge duidelijk zijn dat ruimteverkeersbeheer en de mogelijke verwijdering van ruimteschroot inmiddels een dringende kwestie zijn voor Europa en dus ook de wereld.

De ruimtevaartsector zou op het punt van strategische autonomie ook als model kunnen dienen bij de heroverweging van andere beleidsterreinen, zoals de energiesector. Dit betekent dat bijzondere aandacht moet uitgaan naar het opbouwen van onze eigen capaciteit en het versnellen van de ontwikkeling van de lanceersystemen Vega-C en Ariane 6, alsook naar de steun voor nieuwkomers die goedkope en kleinere/microlanceersystemen in de hele EU ontwikkelen.

Het ruimtevaartbeleid en de ontwikkeling van ruimtevaarttechnologieën zijn steeds meer verweven met ontwikkelingen op het gebied van veiligheid en defensie, en terecht. De oprichting van een EU-ruimtedefensiecommando is een natuurlijke en noodzakelijke stap om onze ruimtevaartactiva te beschermen. De gegevens en diensten van Galileo worden zowel ingezet voor civiel gebruik als veiligheids- en defensiegebruik, waarmee het systeem een duidelijk voorbeeld is van duaal gebruik. We moeten het duale civiel-militaire gebruik van onze ruimtevaartactiva omarmen en de meerwaarde bijven zien van onderzoek en ontwikkeling, zeker via het ruimte- en defensie-ecosysteem, dat wordt omschreven in de nieuwe industriële strategie van de EU en in het actieplan voor de samenwerking tussen de civiele, defensie- en ruimtevaartindustrieën. 

Om de veiligheid te kunnen garanderen, moeten we voorkomen dat particuliere bedrijven van buiten de EU bepaalde overheidsdiensten verlenen, zoals bijvoorbeeld in Oekraïne in het geval was. Europa moet een voortrekkersrol spelen in het mondiale ruimtevaartbeleid.

Door de vele bedreigingen voor onze veiligheid is nauwe samenwerking tussen de EU en de NAVO in het kader van het ruimtevaartprogramma van de EU noodzakelijk voor de toekomst, met name wat betreft de bescherming van ruimtevaartcapaciteiten en -diensten voor veiligheid en defensie tegen cyberaanvallen, fysieke bedreigingen, schroot en andere schadelijke storingen. Daarom zijn we ingenomen met de ruimtevaartdimensie van het onlangs aangenomen Europees strategisch kompas. Ondanks de samenwerking met haar bondgenoten moet de EU waar nodig nog steeds autonoom zijn en zorgen voor veerkracht van ruimtevaart- en grondactiva en van de toeleveringsketens, toegang tot kritieke grondstoffen en technologieën, en de beschikbaarheid van in de ruimte gestationeerde diensten.
 

Betrokkenheid van de particuliere sector

Onderzoek en innovatie, start-ups, kmo’s, nieuwe ruimtevaart


Prioriteiten van de EVP-fractie
 

  • Een duidelijk regelgevingskader ter ondersteuning van de betrokkenheid van de particuliere sector bij de ruimtevaarteconomie, met name kmo’s en actoren op het gebied van de nieuwe ruimtevaart.
  • Gegevenssoevereiniteit is van cruciaal belang voor de EU. We moeten het belangrijke potentieel van veel EU-actoren die aan deze doelstelling bijdragen, vrijmaken door middel van dataoplossingen, microlanceersystemen, satellieten en geavanceerde hightechinnovaties.


Als het gaat om onderzoek en ontwikkeling en exploitatie in de upstream- (lanceersystemen, voornaamste producenten van ruimtesatellieten), midstream- (satellietexploitanten) en downstreamruimtevaartsectoren (ontwikkeling van diensten en toepassingen met behulp van data van satellieten en ruimtevaarttechnologieën) kunnen we niet om de erfenis van overheidsparticipatie en grote ruimtevaart- en defensieondernemingen heen. Daarnaast spelen innovators op het gebied van de nieuwe ruimtevaart spelen een steeds grotere rol.

Talrijke andere particuliere ondernemingen, start-ups en kmo’s zijn actief in de zogenaamde ICT-/digitale sector en vormen het ecosysteem van de nieuwe ruimtevaart. De situatie verandert echter voortdurend en er is geen duidelijk regelgevingskader.   

Het ruimtevaartbeleid zou een nog grotere rol moeten spelen bij het versterken van de Europese industrie met het oog op het herstel van de economie en het vergroten van de veerkracht van de EU.

De ruimtevaartsector is een belangrijke troef voor de economie van de EU als geheel, waarvan zowel bedrijven als burgers sterk kunnen profiteren. Dit vraagt om een veel grotere betrokkenheid van de particuliere sector dan nu het geval is.

Nu het steeds duidelijker wordt welke enorme kansen het internet der dingen (IoT), industrie 4.0, big data en autonome voertuigen bieden, zal de vraag naar satellieten en ruimtevaarttechnologie alleen maar toenemen. In de hele toeleveringsketen zal er steeds meer vraag zijn naar satellieten, microlanceersystemen en dataverwerking. Dit is een unieke kans voor de EU om haar rol in de ruimtevaart te versterken en haar concurrentievermogen te verbeteren.

Om Europese digitale soevereiniteit te bereiken, is datasoevereiniteit van cruciaal belang. De EU heeft nu al veel actoren die aan deze doelstelling bijdragen, door dataoplossingen, microlanceersystemen, satellieten en geavanceerde hightechinnovaties te leveren. Ondanks het strategische belang van de ruimtevaart en de toenemende concurrentie blijft een groot potentieel onbenut.

Een recent marktonderzoek2 heeft uitgewezen dat het aantal installaties voor navigatie- en plaatsbepalingsapparatuur (GNSS) zal groeien van 6,5 miljard eenheden in 2021 tot 10,6 miljard eenheden in 2031. De inkomsten uit zowel apparaten als diensten op de downstreammarkt zullen naar verwachting toenemen van 199 miljard euro in 2021 tot 492 miljard euro in 2031. De markt voor aardobservatiegegevens en -diensten zal de komende tien jaar naar verwachting verdubbelen van ruwweg 2,8 miljard euro tot meer dan 5,5 miljard EUR. Wat de beveiligde satellietcommunicatie betreft, bedraagt de huidige civiele vraag naar satellietcommunicatiecapaciteit in Europa ongeveer 2,5 Gbps en de militaire vraag niet meer dan 1,5 Gbps. De voorspelling is dat in 2035 de militaire vraag zou kunnen oplopen tot bijna 4 Gbps en de civiele vraag tot 20 Gbps.


Concrete voorstellen voor het ruimtevaartbeleid:
 

  1. Het bevorderen van commerciële mogelijkheden voor particuliere ondernemingen in de nieuwe ruimtevaart is een belangrijke prioriteit. Het Europees Parlement moet, met het oog op de ontwikkeling van een concrete routekaart, deel uitmaken van de door de Europese Commissie opgerichte deskundigengroep inzake beleidsmaatregelen en programma’s die relevant zijn voor de ruimtevaart-, defensie- en luchtvaartindustrie van de EU.
  2. Het Cassini-initiatief (Competitive Space Start-ups for Innovation), dat door de Commissie ten uitvoer wordt gelegd en in 1 miljard euro aan risicokapitaal voor ruimtevaartstart-ups voorziet, komt op het juiste moment en vormt een stap in de goede richting. Het succes van de investeringsfaciliteit Cassini hangt echter af van zowel de betrokkenheid van de particuliere sector bij het aantrekken van investeringsfondsen om nieuwe middelen te werven voor ruimtevaartinvesteringen, als van lidstaten die hun beleidsinstrumenten gebruiken om deze ontwikkeling aan te moedigen. Om de toegang tot financiering te verbeteren, zijn bovendien een gemoderniseerd mededingingsbeleid en staatssteunregels nodig die geschikt zijn voor het beoogde doel. Ondanks de bestaande beperkingen en het te rigide kader van het Cassini-initiatief is het een veelbelovend model voor de toekomst.
  3. De EU moet vorderingen maken bij de verdere ontwikkeling van kennis die door onderzoek in het bedrijfsleven wordt opgedaan.  We hebben een wetgevingsvoorstel van de Commissie nodig voor de downstreamruimtevaartsector om ervoor te zorgen dat een groter aandeel van de particuliere sector het ondernemingspotentieel benut, en om een stabiel kader en voorspelbaarheid te bieden voor particuliere langetermijninvesteringen. Zo’n regelgevende maatregel zou ook de vorm kunnen aannemen van een “ruimtevaartcompatibiliteitscontrole” om ruimtevaartgegevens en -toepassingen op alle betrokken gebieden (bv. handel, energie, vervoer, veiligheid, kritieke infrastructuur, civiele bescherming, preventie van en respons op natuurrampen, land- en maritiem beheer, landbouw en visserij) te mainstreamen en zodoende ervoor te zorgen dat de ruimtevaarttechnologieën van de EU in aanmerking worden genomen bij de verwezenlijking van beleidsdoelstellingen (bv. digitalisering, Green Deal, veerkracht, strategische autonomie).
  4. Het industrieel ecosysteem voor ruimtevaart en defensie biedt een kader voor de ontwikkeling van de sector, zeker ook gezien de wijze waarop de sector kan groeien en tegelijkertijd de uitdaging van de tweeledige groene en digitale transitie, het herstel van de EU-economie en de grotere veerkracht van de EU kan aangaan. We verzoeken de Commissie om in het kader van de industriële strategie van de EU zo snel mogelijk een concreet transitietraject voor het ruimte- en defensie-ecosysteem te ontwikkelen en te publiceren.
  5. Meer Europese autonomie in de ruimtevaart betekent dat we vaart moeten zetten achter de ontwikkeling van de lanceersystemen Vega-C en Ariane 6 en nauwer moeten samenwerken met de particuliere sector via onderzoek en ontwikkeling, zodat er, door een betere integratie van nieuweruimtevaart-kmo’s en -start-ups in de EU, alternatieve lanceersystemen – en een waardeketen van EU-lanceersystemen – kunnen worden opgezet.
  6. Met het oog op de geplande uitbreiding van het aantal satellieten dat in een baan om de aarde wordt gebracht, moet worden onderzocht in hoeverre de aanleg van en de investeringen in ruimtehavens in Europa, in aanvulling op de voornaamste lanceerbasis in Frans-Guyana, haalbaar zijn. Bij de uitvoering van de EU-strategie voor ruimtevaartinfrastructuur, de verbetering van lanceersystemen en de toegang tot de ruimte moet rekening worden gehouden met het potentieel van de ultraperifere gebieden van de Unie.
  7. De EU moet ernaar blijven streven om op het punt van ruimtevaart en op militair gebied zo veel mogelijk autonomie en veerkracht te waarborgen, en ervoor zorgen dat het ruimtevaartprogramma een rol speelt bij de versterking van de defensie-unie.
  8. Het waarborgen van de onafhankelijkheid van Russische en Chinese ruimtevaartinfrastructuur en -technologieën is een topprioriteit. Europa moet manieren vinden om zijn duurzame technologische onafhankelijkheid van die twee landen, en tot op zekere hoogte ook van de Verenigde Staten, te vergroten.
  9. Kwantumtechnologieën die door het programma Digitaal Europa worden ondersteund, zullen de strategische digitale capaciteiten van Europa versterken en het initiatief voor Europese infrastructuur voor kwantumcommunicatie (EuroQCI) dient een belangrijke prioriteit te zijn van het programma voor beveiligde connectiviteit voor 2023-2027.
  10. Kritieke afhankelijkheden (kritieke en geavanceerde grondstoffen, kritieke ruimtevaarttechnologieën) van Rusland, Belarus en Oekraïne alsook verzachtende maatregelen/oplossingen om kritieke afhankelijkheden het hoofd te bieden en de ruimtevaartsector te ondersteunen, moeten in kaart worden gebracht, zodat duidelijk wordt waar de gevolgen van de sancties tegen Rusland direct voelbaar zijn.
  11. Er zijn dringend meer inspanningen nodig op het gebied van ruimteverkeersbeheer (STM) – wat betreft omgevingsbewustzijn in de ruimte en ruimtebewaking en -monitoring – en de centra voor beveiligingscontrole in de hele EU die rechtstreeks met nationale instanties zouden moeten samenwerken, moeten worden uitgebreid. Er is ook behoefte aan een duidelijk regelgevingskader voor ruimteverkeersbeheer en de Commissie moet een pakket regels, normen, technische specificaties en richtsnoeren van de Unie ontwikkelen en deze regels actief bevorderen op internationaal niveau. Dit pakket regels moet in overeenstemming zijn met andere EU-regels op andere beleidsterreinen, zoals defensie, industriebeleid, milieu en luchtvaart/luchtverkeersbeheer, om bijvoorbeeld te voorkomen dat de veiligheid van de luchtvaart in gevaar komt. Bij de volgende tussentijdse evaluatie van het huidige ruimtevaartprogramma moet ruimteverkeersbeheer in het programma worden opgenomen. De Commissie moet binnen het ruimtevaartprogramma financieringsbronnen vaststellen voor ruimteverkeersbeheer.
  12. De Commissie en de hoge vertegenwoordiger van de Europese Unie moeten het Europees Parlement op de hoogte houden van internationale samenwerking op veiligheidsterreinen waarin ruimtevaart een rol speelt, en ook van de ontwikkelingen in de samenwerking tussen de EU en de NAVO op dit vlak. Gezien de recente geopolitieke ontwikkelingen moet er dringend een EU-ruimtevaartstrategie voor veiligheid en defensie worden ontwikkeld om een gemeenschappelijke Europese respons te bepalen op de bedreigingen voor onze ruimtevaartinfrastructuur.
  13. Vanwege het strategische belang van de ruimtevaartsector van de EU voor haar digitale soevereiniteit en concurrentievermogen moet nauwlettend in de gaten worden gehouden wat de gevolgen zijn van wetgeving voor actoren in de ruimtevaartindustrie. Daarom moet bij wijziging van regelgeving rekening worden gehouden met de gevolgen voor het concurrentievermogen van de sector en het cruciale belang ervan voor het algemene ruimtevaartbeleid en de digitale soevereiniteit van de EU, en moeten eventuele vrijstellingen voor de ruimtevaartindustrie worden overwogen. Voorbeelden van zulke regelgeving met grote gevolgen voor de ruimtevaartindustrie zijn bijvoorbeeld de Reach-verordening en de staatssteunregels.
  14. Gezien zijn potentieel dient de ruimtevaartsector een sleutelrol toe te komen bij het herstel van de EU-economie in de nasleep van de COVID-19-pandemie. De faciliteit voor herstel en veerkracht (RRF) moet samen met het Cohesiefonds en de regionale fondsen dan ook als mogelijke financieringsbron worden gebruikt, aangezien ruimtevaartinnovatie aan de drie belangrijkste criteria voldoet, namelijk klimaatactie, een koolstofarme economie en slimme mobiliteit.
  15. Om het bewustzijn van de voordelen en van het potentieel van de ruimtevaartprogramma’s van de EU te vergroten, moeten de Commissie en andere betrokken entiteiten van de Unie meer doen aan hun voorlichting van het grote publiek over ruimtevaart.

Andere gerelateerde inhoud