Standpuntnota van de EVP-Fractie over Afrika

10.02.2022

Standpuntnota van de EVP-Fractie over Afrika

Publicatie picture

Pleidooi voor een wederzijds voordelig partnerschap

Afrika is en blijft een belangrijke partner van de EU. Als buurcontinenten zijn we onderling verbonden door een gedeelde geschiedenis, cultuur en onze geografische ligging. Bovendien zijn de EU en haar lidstaten op het gebied van handel, investeringen, officiële ontwikkelingshulp (ODA), humanitaire hulp en veiligheid de belangrijkste partners van Afrika. Nu we langzamerhand uit de COVID-19-pandemie en de wereldwijde economische recessie komen, duiken er voor zowel de EU als Afrika steeds meer nieuwe uitdagingen op die een gecoördineerd antwoord vergen. Deze uitdagingen hebben met name betrekking op de handel, investeringen en het scheppen van werkgelegenheid; onderwijs; klimaatverandering; gezondheid, waaronder beschikbaarheid van vaccins; landbouw en voedselzekerheid; duurzame en efficiënte ontwikkelingssamenwerking; institutionele opbouw en behoorlijk bestuur; vrede en veiligheid; toenemende geopolitieke concurrentie; en migratie. De toenemende uitdagingen gaan echter ook gepaard met allerlei kansen voor Afrika en Europa. De EU en Afrika moeten deze kansen aangrijpen om sterker uit de COVID-19-crisis te komen en concrete resultaten te boeken wat betreft de verwezenlijking van de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen van de VN (SDG’s). Hiervoor is het nodig dat beide partijen een grotere inzet tonen om een hechter en doeltreffender partnerschap te realiseren, gebaseerd op wederzijds belang, strategische prioriteiten, gestructureerde en doeltreffende samenwerking en heldere lange-termijndoelstellingen. De Fractie van de Europese Volkspartij (EVP-Fractie) pleit daarom voor een partnerschap tussen de EU en Afrika dat gebaseerd is op wederkerigheid, gedeelde verantwoordelijkheid, solidariteit, wederzijds respect en gelijkheid.

De EU laat de sterk verouderde donor-ontvangermentaliteit steeds meer achter zich en stuurt aan op een partnerschap op voet van gelijkheid. De aanzet hiertoe werd gegeven in de mededeling van de Commissie-Juncker over een nieuwe Afrikaans-Europese alliantie, die gevolgd werd door de gezamenlijke mededeling van de Commissie-Von der Leyen uit 2020 “Naar een brede strategie met Afrika”. Ook het Parlement sprak zich in zijn resolutie van 2021 over een nieuwe strategie EU-Afrika hiervoor uit. De EVP-Fractie steunt deze ontwikkeling, omdat beide partijen hierdoor hun eigen belangen kunnen behartigen, maar ook gemeenschappelijke samenwerkingsgebieden kunnen aanwijzen waarop zij hun krachten kunnen bundelen. Een dergelijk partnerschap weerspiegelt onze kernwaarden als centrumrechtse christendemocratische fractie: solidariteit, subsidiariteit en beleidsvorming in het algemeen belang. De EVP-Fractie is van mening dat de EU en Afrika in verband met de hierboven geschetste uitdagingen moeten werken aan:

  • het bevorderen van handel en investeringen en het stimuleren van werkgelegenheid
  • het ondersteunen van toegang tot hoogwaardig onderwijs
  • het bestrijden van klimaatverandering, het nemen van klimaataanpassingsmaatregelen en het inspelen op milieu-uitdagingen
  • het versterken van gezondheidsstelsels en pandemieparaatheid en het bevorderen van lokale vaccinproductie
  • het hervormen van de landbouw met het oog op voedselzekerheid
  • het waarborgen van de doeltreffendheid en doelmatigheid van ontwikkelingshulp
  • het bevorderen van institutionele opbouw en behoorlijk bestuur
  • het bevorderen van duurzame vrede en veiligheid
  • het aanpakken van geopolitieke concurrentie op het Afrikaanse continent
  • het aanpakken van de oorzaken van migratie

Handel, investeringen en het creëren van werkgelegenheid

De EVP-Fractie is tevreden met de EU-handelsstrategie van 2021, waarin bijzondere aandacht wordt besteed aan Afrika in die zin dat er maatregelen op diverse gebieden worden voorgesteld om de commerciële en economische banden tussen de twee continenten te versterken en de samenwerking tussen de EU en Afrikaanse landen te intensiveren. Met een invoer ter waarde van 124 miljard EUR uit Afrika is de EU reeds de meest open markt voor Afrikaanse uitvoer en is Europa de belangrijkste afnemer en grootste exportmarkt van Afrika. In 2020 was de totale handel in goederen tussen de 27 EU-lidstaten en Afrika goed voor 225 miljard EUR, terwijl de totale handel met China 115 miljard EUR bedroeg en de totale handel met de Verenigde Staten 38 miljard EUR. We moeten de niet-tarifaire belemmeringen voor de handel in goederen en diensten tussen de EU en Afrika echter aanzienlijk verminderen. Dat vergt een dialoog over nieuwe productvereisten en kwaliteitsnormen die met de Green Deal-wetgeving zijn ingevoerd, en nieuwe op milieu- en sociale normen gebaseerde aansprakelijkheidsverplichtingen voor bedrijven.

Europese bedrijven maken nog niet ten volle gebruik van de investerings- en handelsmogelijkheden in Afrika. Als EVP-Fractie zetten wij ons ervoor in om hier verandering in te brengen: door in het kader van het mondiaal pact voor Afrika goede praktijken van de G20 over te nemen van Afrikaanse landen die een voortrekkersrol spelen, door technische ondersteuning te bieden bij hervorming van wetgevingskaders en verbetering van het investeringsklimaat, en door belemmeringen weg te nemen, bijvoorbeeld door aan te dringen op verdragen ter voorkoming van dubbele belastingheffing. We moeten ons ook aanpassen. We moeten de werkzaamheden en instrumenten van de Europese Investeringsbank (EIB) en de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBWO) aanpassen aan de investeringsbehoeften in Afrika, met name door meer durfkapitaal en garanties te verstrekken om grote investeringen mogelijk te maken, waarbij echter ook de EU-steun voor kleinschalige lokale projecten moet worden voortgezet. Het is daarbij van groot belang dat de EU niet alleen investeert maar ook zichtbaar aanwezig is en dat er een permanente politieke dialoog gevoerd wordt.

Marktfragmentatie, inefficiënte doorvoerregelingen en grensprocedures voor goederen, diensten en personen en een gebrekkige naleving van verbintenissen inzake regionale integratie staan in de weg aan buitenlandse investeringen en aan de oprichting van Afrikaanse ondernemingen. De EVP-Fractie dringt er bij de EU op aan om de regionale, economische en politieke integratie in Afrika krachtig te ondersteunen en daarbij de ervaring die zij heeft opgedaan in verband met de ontwikkeling van de Europese interne markt in te zetten. Met name de tijdige, doeltreffende en omvattende implementatie van de Afrikaanse continentale vrijhandelszone (AfCFTA), het vlaggenschipproject van het eerste tienjarenplan (2014-2023) in het kader van de Agenda 2063 van de Afrikaanse Unie, inwerking getreden op 30 mei 2019, is van het grootste belang. Wij achten het noodzakelijk dat de EU en Afrika de interregionale handel stimuleren, bijvoorbeeld door middel van het voeren van een versterkte politieke dialoog of door middel van samenwerking met de Afrikaanse Unie en haar lidstaten. Wij vinden het belangrijk dat onderzocht wordt of de bestaande economische partnerschapsovereenkomsten regionale integratie bevorderen en ondersteunen en of zij in overeenstemming zijn met het huidige EU-beleid, bijvoorbeeld met de doelstellingen inzake vermindering van de CO2-uitstoot en het nieuwe gemeenschappelijk landbouwbeleid.

De EVP-Fractie steunt de langetermijnvisie van een intercontinentale vrijhandelsovereenkomst. De nauwe betrekkingen tussen de EU en de landen van het zuidelijk nabuurschap zouden in dit kader als voorbeeld kunnen dienen, omdat deze laten zien dat handelsbeleid een instrument kan zijn om regionale integratie en stabiliteit te bevorderen en kan leiden tot een win-winsituatie voor Afrika en de EU. De EVP-Fractie is dus van mening dat het sluiten van een vrijhandelsovereenkomst die betrekking heeft op zowel goederen als diensten de economische ontwikkeling in de landen van het zuidelijk nabuurschap zou verbeteren en Europese investeringen zou bevorderen.

Naast het bevorderen van handel en investeringen is ook het bevorderen van de werkgelegenheid een grote uitdaging voor Afrika, omdat de bevolking in de werkende leeftijd naar verwachting in een periode van 20 jaar (2015-2035) met 450 miljoen mensen zal toenemen. Deze bevolkingsgroei en demografische trends zullen een grote invloed hebben op allerlei ontwikkelingen, zoals de bestrijding van klimaatverandering, migratie en vrede en veiligheid. Om gelijke tred te houden met de snel groeiende bevolking zijn er in Afrika jaarlijks miljoenen nieuwe banen nodig. Door handel en investeringen zullen er voor Afrikaanse landen nieuwe mogelijkheden ontstaan om werkgelegenheid te creëren. Tegen deze achtergrond vindt de EVP-Fractie het des te belangrijker dat de EU de implementatie van de AfCFTA steunt en met Afrikaanse landen blijft samenwerken om het investeren in Afrika door particulieren gemakkelijker te maken en te stimuleren. Met name de digitale economie in Afrika biedt perspectieven als het gaat om het creëren van werkgelegenheid. Onze Afrikaanse partners vragen de EU actief om steun bij het verbeteren van de digitale infrastructuur van Afrika en het waarborgen van een goede connectiviteit en internettoegang op het hele continent. Daarom verzoekt de EVP-Fractie de Europese Commissie om in het kader van het initiatief “Global Gateway” bijzondere nadruk te leggen op digitalisering met betrekking tot Afrika.

Wij juichen de hervorming van het stelsel van algemene preferenties (SAP) toe en zullen ons actief inzetten voor een hervorming die het SAP gereed zal maken voor het volgende decennium, om Afrikaanse begunstigde landen te blijven helpen veerkracht op te bouwen door hun economieën te diversifiëren, de exportmogelijkheden te vergroten, en werkgelegenheid en groei te creëren. Bovendien kunnen leningen en aandelenfinanciering door de Europese financiële instellingen worden gestimuleerd door toegang te verlenen tot microfinanciering, waarmee een impuls kan worden geven aan ondernemers, waaronder vrouwelijke ondernemers.

Op multilateraal niveau is het initiatief “hulp voor handel” van de Wereldhandelsorganisatie (WHO) erop gericht ontwikkelingslanden, en vooral de minst ontwikkelde landen, te helpen bij het opbouwen van capaciteit aan de aanbodzijde en de handelsgerelateerde infrastructuur die deze landen nodig hebben om WHO-overeenkomsten uit te voeren en er profijt van te trekken, en meer in het algemeen hun handel uit te breiden. Dit initiatief is een belangrijk onderdeel van de handelsbetrekkingen met Afrika, met name in de nasleep van de COVID-19-crisis. De EVP-Fractie spreekt daarom opnieuw haar steun uit voor de “hulp voor handel”-maatregelen tussen de EU en de Afrikaanse landen op basis van dit WHO-initiatief. Voorts wijst de EVP-Fractie erop dat het belangrijk is dat de EU en de Afrikaanse Unie samenwerken op het gebied van de hervorming en modernisering van de WHO en de WHO-regels en verwacht zij dat de directeur-generaal van de WHO, dr. Ngozi Okonjo-Iweala, die door de EU gesteund wordt, in dit kader resultaten zal laten zien.

Het ondersteunen van de toegang tot hoogwaardig onderwijs

Zoals hierboven reeds vermeld, zal de bevolking van Afrika tegen 2050 verdubbeld zijn en is de meerderheid van de huidige bevolking jonger dan 25 jaar. Om de economische ontwikkeling te stimuleren zijn jongeren derhalve voor Afrika het waardevolst. Onderwijs is het instrument om het continent in staat te stellen het potentieel van jongeren te benutten. Mits de juiste mogelijkheden worden geboden, kan iedereen een bijdrage leveren aan vooruitgang, duurzame ontwikkeling en groei. Daarom is de EVP-Fractie van mening dat iedereen, ongeacht gender, sociaaleconomische status, culturele achtergrond of godsdienst, toegang moet hebben tot hoogwaardig onderwijs. Onderwijs, met inbegrip van beroepsopleiding, is een horizontale en holistische kwestie die invloed heeft op alle dimensies van de SDG’s en die van groot belang is voor het realiseren van de Agenda 2030, het stimuleren van de economische ontwikkeling van de Afrikaanse landen en het aantrekken van buitenlandse investeringen. Toegang tot fatsoenlijk werk kan alleen worden gewaarborgd als de beroepsbevolking in Afrika over de kennis en vaardigheden beschikt die nodig zijn om uit de voeten te kunnen op de snel veranderende arbeidsmarkt.

De COVID-19-pandemie heeft overal in de wereld negatieve gevolgen gehad voor het onderwijs, maar was met name desastreus voor het onderwijs in Afrika. Volgens recente schattingen van Unicef kon 40 % van alle kinderen in de schoolgaande leeftijd in Oostelijk en Zuidelijk Afrika geen lessen volgen omdat de scholen gesloten waren vanwege de pandemie. Volgens de Wereldbank zullen de gevolgen van de COVID-19-pandemie voor het onderwijs nog tientallen jaren merkbaar zijn, hetgeen zeer zorgwekkend is. Ondanks het feit dat Afrikaanse regeringen in 2020 5 % van het bbp in onderwijs investeerden (wat het op één na hoogste percentage van alle regio’s was), heeft het onderwijs geleden. Er is met name bezorgdheid over het feit dat meisjes en jonge vrouwen minder toegang hebben tot en minder deelnemen aan onderwijs en minder vaak hun opleiding afronden, wat erop wijst dat er in Afrika sprake is van een duidelijke genderkloof op onderwijsgebied. De EVP-Fractie is van mening dat concrete stappen op het gebied van onderwijs nodig zijn om deze problemen aan te pakken. Hierbij kan gedacht worden aan het vaststellen van benchmarks en indicatoren om analfabetisme terug te dringen en om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren, en het bevorderen en stimuleren van gendergelijkheid in het onderwijs in Afrika. De EVP-Fractie verwacht van de Europese Commissie dat zij zal werken aan de situatie op het gebied van de toegang tot hoogwaardig onderwijs in Afrika. Daartoe moet de EU niet alleen samenwerken met regeringen, maar ook met andere lokale organisaties, waaronder kerken en confessionele organisaties die onderwijs verzorgen. Om ervoor te zorgen dat alle kinderen en jongeren onderwijs kunnen volgen, zijn er bovendien aanzienlijke investeringen nodig in infrastructuur, stroomvoorziening en digitalisering.

De EVP-Fractie ziet in dat het ontbreken van samenhangende regelgeving op nationaal niveau in de weg staat aan het realiseren van hoogwaardig onderwijs. Daarom moeten wij meer inspanningen leveren om onze partners technische bijstand te verlenen. Daarnaast wijzen wij op het belang van beurzen en uitwisseling van studenten uit Afrika en de EU via Erasmus + en Erasmus voor jonge ondernemers en het belang van opleiding van leerkrachten en docenten om de onderwijsstructuren te versterken. Met het oog op een volwaardige participatie van jongeren op de arbeidsmarkt is het ook belangrijk dat er een sterkere koppeling tot stand wordt gebracht tussen onderwijs, ontwikkeling van vaardigheden en werkgelegenheid. De EVP-fractie steunt daarom het beroepsonderwijs in Afrika en pleit voor verdere ontwikkeling daarvan. Om ervoor te zorgen dat deze inspanningen op het gebied van onderwijs en beroepsopleiding aansluiten bij de arbeidsmogelijkheden, willen wij investeringen door Europese bedrijven verder aanmoedigen om daarmee de vraag naar arbeidskrachten te doen toenemen. Om de integratie van leerlingen en studenten op de snel veranderende arbeidsmarkt te bevorderen, moet op scholen les gegeven worden in digitale vaardigheden en ook volwassenen moeten de kans krijgen om nieuwe vaardigheden te verwerven. De EVP-Fractie hecht dan ook grote waarde aan het concept levenslang leren.

Het bestrijden van klimaatverandering, het nemen van klimaataanpassingsmaatregelen en het inspelen op milieu-uitdagingen

Afrika behoort tot de regio’s die het meest geraakt worden door de gevolgen van de klimaatverandering, terwijl de bevolking het minst heeft bijgedragen tot de opwarming van de aarde. Natuurrampen hebben negatieve gevolgen voor het leven, de bestaansmiddelen en de huizen van mensen en voor ecosystemen, alsook voor de economie. Bovendien zullen de gevolgen van de klimaatverandering gevolgen hebben voor vrede en veiligheid en voor migratie.

De EVP-Fractie beschouwt het niet alleen als een verplichting die voortvloeit uit de Overeenkomst van Parijs en andere internationale overeenkomsten om Afrikaanse landen te helpen adaptatie- en crisismaatregelen vast te stellen en klimaatverandering tegen te gaan, maar ook als een morele plicht. Bij dergelijke hulp moet bijvoorbeeld gedacht worden aan ondersteuning van op de natuur gebaseerde en lokale oplossingen, zoals projecten in het kader van het “Great Green Wall”-initiatief, bescherming van bossen van essentieel belang en biodiversiteit, zoals het initiatief voor het Congobekken, de ontwikkeling van ontbossingsvrije producten en invoering van klimaatbestendige landbouwmethoden.

De toegang tot energie en de toekomstige vraag naar energie zijn belangrijke vraagstukken waar de EU en Afrika zich samen over moeten buigen. Er ligt een enorm potentieel op het gebied van technologische samenwerking, projecten op het gebied van hernieuwbare energie en uitvoer van schone energie in de vorm van waterstof. Vaak is er behoefte aan technisch advies over de wetgeving inzake de energiemarkt, en dit advies moet worden verstrekt via samenwerking tussen de EU en Afrika. Op dezelfde wijze dient gewerkt te worden aan de ontwikkeling van gemeenschappelijke normen. De EVP-Fractie is van mening dat met betrekking tot Afrika samenwerking op het gebied van duurzame energie in het kader van het “Global Gateway”-initiatief een van de kernpunten moet zijn.

De EVP-Fractie is van mening dat de EU verder moet samenwerken met Afrikaanse landen, regionale organisaties en de Afrikaanse Unie om investeringen in klimaatvriendelijke infrastructuur en initiatieven, duurzame landbouw, afvalbeheer en projecten op het gebied van de circulaire economie te bevorderen. In het kader van het partnerschap tussen de EU en Afrika moet sterk de nadruk gelegd worden op het duurzame beheer van natuurlijke hulpbronnen en ecosystemen. Het moet met name gericht zijn op het versterken van wettelijke kaders, het bevorderen van innovatieve, klimaatslimme en klimaatbestendige landbouw en duurzame mondiale waardeketens, en moet tegelijkertijd zorgen voor een gelijk speelveld voor ondernemingen, met name voor kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s), een en ander in overeenstemming met de kernwaarden van de EVP-Fractie.

Omdat water door de klimaatverandering een schaarse hulpbron dreigt te worden, pleit de EVP-Fractie ervoor om meer belang te hechten aan waterdiplomatie. De EU en Afrika moeten samen duurzame oplossingen ontwikkelen op het gebied van waterbeheer, zoals waterreservoirs en afvalwaterzuivering. Er is een doeltreffender klimaatdiplomatie nodig om de samenhang tussen het binnenlands, buitenlands en internationaal klimaatbeleid te bevorderen. Wij wijzen er in dit verband nogmaals op dat wij voorstander zijn van het aanstellen van een EU-klimaatgezant op kabinetsniveau. Ten slotte moeten initiatieven op het gebied van milieu- en klimaatbescherming in Afrika in overeenstemming zijn met internationaal overeengekomen gemeenschappelijke doelstellingen, waarbij gebruik moet worden gemaakt van passende instrumenten zoals het emissiehandelssysteem.

Het versterken van gezondheidsstelsels en pandemieparaatheid en het bevorderen van lokale vaccinproductie

De COVID-19-pandemie is nog niet voorbij en er moet dus nog steeds gewerkt worden aan verhoging van de vaccinatiegraad en manieren om de gevolgen van de pandemie te verzachten. De inspanningen van de EU om de ziekte te bestrijden hebben concrete resultaten opgeleverd, maar de strijd houdt niet op bij onze grenzen. Afrika zal, als opkomend en zich ontwikkelend continent, in de toekomst een cruciale rol spelen in het kader van de wereldwijde strijd tegen pandemieën en andere uitdagingen op het gebied van de volksgezondheid. De EU heeft, als Team Europa, tijdens de COVID-19-pandemie een ongekende internationale solidariteit getoond en in dat kader in de periode tot eind 2021 meer dan 300 miljoen doses vaccins gedeeld met de rest van de wereld. De EVP-Fractie is ingenomen met het feit dat de EU en haar lidstaten 8 miljard EUR hebben vrijgemaakt om Afrika te helpen de negatieve gevolgen van de COVID-19-pandemie aan te pakken, een initiatief hebben gelanceerd om het herstel van Afrika te ondersteunen (door financiële en technische expertise te bieden, met name gericht op jonge ondernemers en kleine ondernemingen), en zich nadrukkelijk hebben verbonden tot samenwerking om de productie van essentiële medische goederen in Afrika, de lokale productie van vaccins en veerkrachtige gezondheidsstelsels te bevorderen. Desondanks zijn wij nog steeds van mening dat er meer gedaan moet worden om de toegang van de bevolking van de Afrikaanse landen tot vaccins en betaalbare gezondheidszorg te verbeteren. Wij vinden dat er steun verleend moet worden om een omgeving te creëren waarin faciliteiten voor lokale productie van vaccins kunnen worden opgezet, alsook steun om de paraatheid te versterken, lokale gezondheidswerkers op te leiden en de responscapaciteit uit te breiden en de toegang tot medische apparatuur en benodigdheden voor landen met kwetsbare gezondheidszorgstelsels te waarborgen. Daarnaast zijn wij van mening dat kerken en religieuze gemeenschappen gesteund moeten worden, omdat zij een belangrijke rol kunnen spelen bij de samenwerking met lokale gemeenschappen tijdens de pandemie. Om de pandemie te boven te komen, moeten we ervoor zorgen dat onze Afrikaanse partners de capaciteiten ontwikkelen om de ziekte in te dammen.

Het hervormen van de landbouw met het oog op voedselzekerheid

De EVP-Fractie is van mening dat de EU en Afrika de gemeenschappelijke doelstelling moeten nastreven de manier waarop we produceren, distribueren en consumeren, te veranderen. Dit geldt met name voor levensmiddelen. We hebben SDG 2, ervoor zorgen dat tegen 2030 niemand nog honger lijdt, nog lang niet bereikt. Sinds 2014 neemt het aantal mensen met honger alleen maar toe. Daarnaast zijn de ondervoedingscijfers buitengewoon zorgwekkend. In feite is zowel het percentage mensen met honger als het percentage ondervoede mensen sinds de COVID-19-pandemie gestegen. Twee op de tien mensen in Afrika zijn ondervoed. Diverse bronnen voorspellen dat de bevolking van Afrika tegen 2050 zal verdubbelen tot 2,5 miljard (20 % van de wereldbevolking) en de bevolkingsgroei zal ervoor zorgen dat deze problemen alleen maar nijpender worden. De EVP-Fractie acht het van cruciaal belang dat de EU en Afrika deze uitdaging samen aanpakken. Bij de samenwerking tussen de EU en haar Afrikaanse partners moet de voedselvoorziening een centraal thema zijn. Zo zouden er gerichte investeringen moeten worden gedaan in het realiseren van een “duurzame-landbouwrevolutie”, waarbij Afrikaanse landbouwers de middelen krijgen om de landbouw klimaatbestendig te maken, waarbij niet alleen de productiviteit verbeterd moet worden maar ook het inkomen van kleine boeren, die de ruggengraat vormen van de Afrikaanse landbouw, verhoogd moet worden. In dit verband wijzen wij ook op het grote potentieel van publiek-private partnerschappen en microfinanciering om de situatie van lokale landbouwers verder te verbeteren. Een ander probleem in de context van voedselonzekerheid is het gebrek aan goede vervoersnetwerken, waardoor landbouwers er vaak niet in slagen om hun landbouwproducten over langere afstanden te leveren. Om die reden is de EVP-Fractie er voorstander van dat de EU meer inspanningen levert om de markttoegang voor landbouwers te vergemakkelijken. Handel waarbij eerlijke voorwaarden in acht worden genomen is het uitgangspunt voor de Europese invoer en uitvoer, ook als het gaat om levensmiddelen en andere landbouwproducten. Tegelijkertijd moeten we ervoor zorgen dat de uitvoer van landbouwproducten niet in strijd is met de doelstelling om in Afrika een veerkrachtiger voedingsmiddelensector tot stand te brengen.

De EU kan door middel van financiële en technische ondersteuning, kennisuitwisseling en nieuwe technologieën en door het voeren van een beleidsdialoog en het bevorderen van Afrikaanse innovatie een bijdrage leveren aan het omlaag brengen van de huidige afhankelijkheid van Afrika van de invoer van voedsel, zaden, meststoffen en bestrijdingsmiddelen. Zo moet er bijvoorbeeld gewerkt worden aan verbetering van de toegang tot water, de basis van landbouw en voedselzekerheid. Wij pleiten met name voor de aanleg van irrigatiesystemen en de oprichting van zaadbanken om de genetische diversiteit in stand te houden. Dit zijn maatregelen die cruciaal zijn voor de verdere ontwikkeling van de Afrikaanse landbouwsector, die een van de belangrijkste bronnen van werkgelegenheid op het continent is en die mensen in lokale gemeenschappen, met name vrouwen, kansen biedt. Aangezien de noodzakelijke kennis en technologie beschikbaar is, dringt de EVP-Fractie er bij Europa en Afrika op aan om de politieke wil te tonen om een einde te maken aan de honger op het Afrikaanse continent.

Het waarborgen van de doeltreffendheid en doelmatigheid van ontwikkelingshulp

De EVP-Fractie vindt dat de EU terecht heeft besloten om met betrekking tot Afrika een andere aanpak te gaan volgen en in dit kader ten eerste de donor-ontvanger-mentaliteit plaats te laten maken voor een partnerschap op voet van gelijkheid, waarbij beide partijen hun eigen belangen behartigen en zij daarnaast beleidsgebieden aanwijzen waarop zij willen samenwerken. De noodzaak om samenwerkingsgebieden aan te wijzen speelt met name een rol op het gebied van ontwikkelingssamenwerking, omdat door middel van samenwerking de doeltreffendheid en de doelmatigheid van ontwikkelingshulp gewaarborgd worden. Helaas is de ontwikkelingssamenwerking tussen de EU en Afrika nog altijd onvoldoende afgestemd op de eigen inspanningen van de partnerlanden en op de lokale behoeften, en is er tevens sprake van onvoldoende coördinatie met de inspanningen van andere partners. Daarnaast zijn wij van mening dat ontwikkelingssamenwerking in sterkere mate moet worden uitgevoerd via de instellingen en systemen van de EU-partners en via lokale partijen en het maatschappelijk middenveld, zoals maatschappelijke en niet-gouvernementele organisaties, kerken en religieuze organisaties, zodat de democratische betrokkenheid van de landen en de participatie van alle belanghebbenden worden gewaarborgd. Wij steunen daarom de “Team Europa”-benadering, in het kader waarvan de middelen van de EU, haar lidstaten en financiële instanties worden gebundeld, en vinden dat deze benadering de standaardbenadering moet worden. Een flexibele aanpak met betrekking tot ontwikkelingssamenwerking, die ruimte biedt voor innovatieve instrumenten en methoden voor ontwikkelingssamenwerking, kan een bijdrage leveren aan het maximaliseren van de efficiëntie en de resultaten op het gebied van ontwikkeling. Aan de andere kant moeten de Afrikaanse regeringen hun verantwoordelijkheid nemen en een omgeving creëren waarin ontwikkelingssamenwerking een reële impact kan hebben.

Om sterker uit de COVID-19-pandemie te komen en de grootste uitdagingen in Afrika na de pandemie aan te pakken, moet de EU dus haar krachtige waaier aan instrumenten en mogelijkheden voor steunverlening op gecoördineerde wijze inzetten om taakverdeling mogelijk te maken en versnippering van steun te voorkomen, en prioritaire gebieden vaststellen waarop de steun daadwerkelijk de grootste toegevoegde waarde oplevert. De EU moet nadenken over nieuwe manieren om de efficiëntie van steun te vergroten. Zo zou zij aan de verlening van ontwikkelingshulp voorwaarden kunnen stellen, zoals het samenwerken met de EU op gebieden als mensenrechten, democratie, behoorlijk bestuur, de bestrijding van mensenhandel en illegale wapenhandel en migratiebeheer, en zouden de EU-lidstaten op het gebied van ontwikkelingssamenwerking vaker kunnen overgaan tot gezamenlijke programmering. De EVP-Fractie is er voorstander van dat de voortgang met betrekking tot de gezamenlijk overeengekomen doelstellingen samen met onze partnerlanden regelmatig worden geëvalueerd, zodat eventuele tekortkomingen kunnen worden aangepakt. Wij vinden dat de samenwerking beëindigd moet worden als gedurende langere tijd niet in overeenstemming wordt gehandeld met de overeengekomen doelstellingen.

De EVP-Fractie wijst er in dit verband op dat de eerbiediging van de mensenrechten en de beginselen van de democratie en goed bestuur voor alle partijen voordelen oplevert. Voorts zou de EU in het kader van de agenda EU-Afrika gebruik moeten maken van de deskundigheid van kleinere EU- en Afrikaanse actoren, zoals maatschappelijke organisaties, niet-gouvernementele organisaties en kmo’s. Het combineren van partnerschappen met gevestigde traditionele actoren en partnerschappen met gekwalificeerde nieuwkomers met waardevolle niche-expertise kan een positief effect hebben op de doeltreffendheid van ontwikkelingssamenwerking en de eigen verantwoordelijkheid van de EU-lidstaten en Afrikaanse landen voor de agenda.

Het bevorderen van institutionele opbouw en behoorlijk bestuur

Zwak bestuur, kwetsbare staatsstructuren, gebrekkige toegang tot overheidsdiensten en ernstige tekortkomingen op het gebied van de democratie en de rechtsstaat, met name corruptie, zijn in sommige Afrikaanse landen acute problemen die in de weg staan aan duurzame ontwikkeling. Deze tekortkomingen leiden tot schaarste aan en inefficiëntie van elementaire publieke voorzieningen, zoals onderwijs, gezondheidszorg, openbaar bestuur, justitie en veiligheid. Daarom moet de EU een bijdrage leveren aan de versterking van instellingen en bestuur, alsook aan de bestrijding van corruptie en illegale geldstromen in Afrikaanse staten. Door institutionele opbouw te bevorderen, krijgen Afrikaanse burgers toegang tot publieke voorzieningen van hogere kwaliteit.

De EVP-Fractie is van mening dat landen niet verplicht moeten worden instellingen naar Europees voorbeeld op te richten, maar dat de EU de goede werking van reeds bestaande instellingen moet bevorderen. Het is belangrijk om ervoor te zorgen dat er op het hele grondgebied van Afrikaanse staten staatsstructuren tot stand gebracht worden, met name in de meest perifere regio’s waar de burgers zich het vaakst in de steek gelaten voelen. Institutionele opbouw en het feit dat de burgers daardoor toegang krijgen tot overheidsdiensten zullen er niet alleen toe leiden dat de mensenrechten beter geëerbiedigd worden, maar zullen het vertrouwen van de burgers in de staat ook doen toenemen. Dit vertrouwen is op zijn beurt van groot belang voor het genereren van overheidsinkomsten.

Het bevorderen van duurzame vrede en veiligheid

Het is voor beide continenten van fundamenteel belang dat er in Afrika duurzame vrede en veiligheid wordt bereikt. Vrede en veiligheid zijn niet alleen essentieel met het oog op het realiseren van een langdurige duurzame ontwikkeling in Afrika, in het kader waarvan de regio-overschrijdende en de intra-Afrikaanse handel kunnen floreren, investeringen worden gedaan, banen worden gecreëerd en de voedselzekerheid en het onderwijs gewaarborgd worden, maar ook met het oog op de veiligheid van Europa en het voorkomen van irreguliere migratie. De EVP-Fractie ziet diverse obstakels voor vrede en veiligheid op het Afrikaanse continent: met name de situatie in het gebied van de Grote Meren, het aanhoudende conflict in Tigray (Ethiopië) en de situatie in de noordelijke provincie Cabo Delgado van Mozambique.

De situatie in de Sahel-regio, die zich uitstrekt van Mauritanië tot Sudan en waar 150 miljoen mensen wonen, geeft aanleiding tot grote bezorgdheid wat betreft vrede en veiligheid. Deze regio speelt vanuit strategisch en veiligheidsoogpunt een belangrijke rol omdat het een belangrijke transitzone naar de buitengrenzen van de EU is, waardoor de situatie aldaar ook gevolgen heeft voor het EU-grensbeheer. De toenemende kwetsbaarheid van de staten in die regio, waarvan de staatsgrepen in Mali, Sudan en Burkina Faso getuigen, vormt een bijzondere bedreiging voor de stabiliteit. Voorts vormen de toenemende activiteiten in de Sahel-regio en in de rest van het Afrikaanse continent van gewapende groepen die banden hebben met de zogenaamde Islamitische Staat alsook het streven van deze groepen naar het kalifaat in gebieden waar de staat faalt of afwezig is, zoals momenteel het geval is in het Tsjaadmeerbekken, een bedreiging voor zowel de Afrikaanse als de Europese veiligheid. Ondanks de aanzienlijke inspanningen van de EU en haar lidstaten om voor stabiliteit te zorgen moet helaas worden vastgesteld dat de veiligheidssituatie in deze regio, die toch al kampt met endemische armoede, ongelijkheid en sociale en politieke uitsluiting, steeds verder verslechtert. Naast de Sahel-regio zijn de Hoorn van Afrika en de Golf van Guinee, waar de laatste jaren steeds vaker sprake is van piraterij, andere regio’s die voor de EU van strategisch belang zijn. In deze context wil de EVP-Fractie haar krachtige steun uitspreken voor de speciale vertegenwoordiger van de EU voor de Sahel en de speciale vertegenwoordiger van de EU voor de Hoorn van Afrika, die zich inzetten voor de bevordering van de vrede en veiligheid en de stabiliteit en ontwikkeling in Afrika.

De EVP-Fractie is voorts van mening dat islamistisch terrorisme op het continent nog altijd een ernstig veiligheidsprobleem vormt, evenals de vervolging van christenen en andere religieuze groeperingen. Bovendien moet radicalisering, een probleem dat vooral bij jongeren speelt, worden aangepakt door de governance te verbeteren en de toegang van jongeren tot onderwijs te garanderen. Wij nemen ook nota van het feit dat de concurrentie op het gebied van schaarse hulpbronnen toeneemt, hetgeen nog wordt verergerd door de klimaatverandering. Hierdoor zouden bestaande etnische conflicten kunnen verergeren en zouden er meer militaire conflicten kunnen ontstaan met betrekking tot hulpbronnen zoals land of water, wat zou kunnen leiden tot verdere destabilisering van de betrokken landen. Daarnaast vormen militaire coups, georganiseerde criminaliteit, slecht bestuur, etnische conflicten en schendingen van de mensenrechten een bedreiging voor fragiele staten en ontwikkelingslanden, die moeite hebben om hun burgers de nodige veiligheid te bieden. Daarom is het belangrijk om in Afrika democratische structuren op te bouwen en bestaande structuren te versterken.

Steun van Europa en de rest van de wereld is van groot belang om de Afrikaanse landen in staat te stellen hun eigen veiligheid te waarborgen. In het kader van haar gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid (GVDB) is de EU momenteel betrokken bij elf militaire operaties en civiele missies in Afrika. Er zijn echter aanvullende acties nodig om de Afrikaanse vredes- en veiligheidsarchitectuur (APSA) verder te ontwikkelen. De EU levert via haar GVDB reeds een aanzienlijke bijdrage aan conflictpreventie en vredesopbouw in heel Afrika, maar ook de Afrikaanse landen moeten de omstandigheden creëren die nodig zijn om de gezamenlijke inspanningen te doen slagen. Met betrekking tot de APSA is het met name van belang dat de capaciteiten op het gebied van conflictpreventie, conflicttransformatie en vredesopbouw versterkt worden en dat de capaciteiten van de regionale economische gemeenschappen en hun regionale mechanismen op deze gebieden bevorderd worden. In dit kader zijn wij zeer ingenomen met de permanente inspanningen van de Economische Gemeenschap van West-Afrikaanse Staten (Ecowas) om de democratie en stabiliteit te beschermen en te verdedigen. Wij wijzen er voorts op dat het voor het bereiken van duurzame vrede van belang is dat alle belanghebbenden volledig bij het proces van conflictoplossing betrokken worden. In dit verband wijst de EVP-Fractie er nogmaals op dat zij de resoluties 1325 en 2250 van de VN-Veiligheidsraad onderschrijft en voorstander is van volledige betrokkenheid van vrouwen en jongeren bij vredesprocessen op het Afrikaanse continent. Daarnaast spelen kerken en religieuze leiders een cruciale rol, en dan met name bij conflictbemiddeling, vredesopbouw en verzoening, vooral doordat zij zich inzetten voor de interreligieuze dialoog.

Bij hervormingen van de veiligheidssector moet bijzondere nadruk worden gelegd op de bestrijding van corruptie binnen de strijdkrachten en op de naleving van het internationaal humanitair recht door deze strijdkrachten. De EVP-Fractie moedigt de Afrikaanse Unie voorts aan te waarborgen dat haar Politiek en Veiligheidscomité handelt in overeenstemming met de richtsnoeren van de VN-Veiligheidsraad, om te zorgen voor een sterkere aanwezigheid van de Afrikaanse landen in de VN-Veiligheidsraad. Als EVP-Fractie hechten wij er veel waarde aan dat Europa zich krachtig blijft inzetten voor de veiligheid in Afrika en daarbij een geïntegreerde, goed gecoördineerde aanpak volgt, waarbij het uitgangspunt moet zijn dat Afrika in staat gesteld moet worden zelf de verantwoordelijkheid te nemen voor zijn eigen veiligheid. De EVP-Fractie acht het dan ook noodzakelijk dat regelmatig geëvalueerd wordt of de GVDB-operaties en -missies stroken met de beoogde doelstellingen en bijdragen aan de algemene geïntegreerde aanpak van de EU. Daarnaast vinden wij dat de Europese Vredesfaciliteit (EPF), die via de nationale begrotingen van de EU-lidstaten uitgaven dekt voor acties die gevolgen hebben op militair en defensiegebied, ingezet moet worden om militaire vredesondersteunende operaties in Afrikaanse partnerlanden en -regio’s te ondersteunen, waarbij de mensenrechten gewaarborgd moeten worden. Het aanpakken van conflicten en onstabiele situaties is van groot belang met het oog op de nakoming van de verbintenissen in het kader van de Agenda 2030 en om ervoor te zorgen dat niemand aan zijn lot wordt overgelaten. Daarom pleiten wij ervoor om met betrekking tot humanitaire hulp, ontwikkelingssamenwerking en vredesopbouw een meer geïntegreerde aanpak te volgen en een omvattend beleidskader te ontwikkelen dat alle drie aspecten omvat.

Wat veiligheid betreft zijn wij van mening dat individuele beveiliging en veiligheid net zo belangrijk zijn als het waarborgen van de veiligheid van landen en continenten. De EVP-Fractie vindt het belangrijk dat de bestrijding van geweld tegen vrouwen en meisjes op het Afrikaanse continent ook wordt aangepakt via bilaterale en multilaterale fora, zoals het Spotlight-initiatief van de EU en de VN. Er moeten absoluut inspanningen geleverd worden om seksueel en gender-gerelateerd geweld, waaronder mensenhandel, genitale verminking van vrouwen, kindhuwelijken, huwelijken op jonge leeftijd en gedwongen huwelijken, aan te pakken.

Het aanpakken van geopolitieke concurrentie op het Afrikaanse continent

De EVP-Fractie heeft geconstateerd dat de geopolitieke concurrentie in Afrika toeneemt en dat er steeds meer andere actoren in Afrika aanwezig zijn en wijst in dit kader met name op China en Rusland, maar beschouwt hun economische en militaire aanwezigheid en activiteiten zonder “normatieve beperkingen” in veel opzichten als een niet-constructieve bijdrage tot een duurzame economische en sociale ontwikkeling op lange termijn. De EVP-Fractie beschouwt het eenzijdig creëren van economische, financiële en technische afhankelijkheid waarbij geen aandacht is voor de rechtsstaat en corruptiebestrijding als een contraproductieve aanpak die niet bijdraagt aan verbetering van de algemene levensomstandigheden van Afrikaanse burgers. Bovendien gebruikt China zijn invloed en de afhankelijkheid van Afrikaanse staten om zijn eigen politieke agenda te realiseren, door zich op het niveau van de Verenigde Naties te verzekeren van de steun van Afrika voor zijn beleid ten aanzien van zijn buurlanden. Dit fenomeen werd met name duidelijk tijdens de COVID-19-pandemie, toen landen gebruikmaakten van snelle Chinese leningen en medische benodigdheden uit China om de negatieve sociaaleconomische gevolgen van de pandemie te verzachten.

Niet alleen China, maar ook Rusland is steeds actiever op het continent, met name op het gebied van defensie en veiligheid en op het gebied van de wapenhandel. Dit bleek duidelijk uit de eerste Russisch-Afrikaanse top die plaatsvond in oktober 2019, waar de Russische president Vladimir Poetin militaire technische samenwerkingsovereenkomsten sloot met meer dan dertig Afrikaanse staten, en uit de recente ondertekening van militaire samenwerkingsovereenkomsten met Nigeria en Ethiopië. Bovendien maakt Rusland in Afrika gebruik van een clandestiene particuliere militie, de zogeheten “Wagner-groep”, om zijn eigen geopolitieke doelstellingen na te streven, zonder daarbij te werken aan de verwezenlijking van een positieve agenda voor het Afrikaanse continent. Het kan niet zo zijn dat Afrikaanse regeringen militaire samenwerking aangaan met Rusland en tegelijkertijd met de EU samenwerken op het gebied van veiligheid en defensie. Deze vormen van samenwerking zijn incompatibel, omdat de militaire samenwerking met Rusland de instabiliteit dreigt te verergeren en de Europese inspanningen op veiligheidsgebied dreigt te ondermijnen. Om die reden vinden wij het absoluut noodzakelijk dat deze activiteiten nauwlettend gemonitord worden en dat de samenwerking van de EU met de landen die met Rusland militaire samenwerking zijn aangegaan, wordt heroverwogen. Bovendien wordt de EU er door de toenemende aanwezigheid van externe actoren die hoofdzakelijk economische en geopolitieke doelstellingen nastreven toe gedwongen met een tegenstrategie te komen die erop gericht is datgene wat de EU met haar inspanningen in Afrika heeft bereikt te behouden, haar belangen te behartigen en de zichtbaarheid van de EU te vergroten.

De EVP-Fractie vindt dat in een dergelijke strategie veel meer de nadruk moet worden gelegd op de samenwerking tussen Afrikaanse en Europese maatschappelijke organisaties en dat daarbij de resultaten en langetermijnvoordelen van nauwe samenwerking met Europese actoren duidelijk onder de aandacht gebracht moeten worden. De EU moet samenwerken met landen die werkelijk inzetten op een welvarend Afrika en een positieve langetermijnontwikkeling van het Afrikaanse continent, waarbij volledige eerbiediging van de mensenrechten, mediavrijheid en verantwoordingsplicht, transparant en responsief bestuur en corruptiebestrijding centraal staan, omdat dit essentiële elementen zijn om een stabiel en inclusief politiek, sociaal en economisch klimaat in Afrika te waarborgen. Als EU moeten we onze partnerlanden duurzame alternatieven bieden, zoals de maatregelen die zijn neergelegd in het “Global Gateway”-initiatief, dat bedoeld is om investeringen in infrastructuur te stimuleren en de afhankelijkheid van het buitenland te verminderen. Daarnaast moet de EU haar politieke profiel versterken en haar zichtbaarheid verbeteren.

Het aanpakken van de oorzaken van migratie

Migratie vanuit Afrika brengt uitdagingen met zich mee, maar ook kansen. Economische ontwikkelingen, demografische veranderingen, mondialisering, ontwikkelingen op het gebied van vervoer en communicatie en politieke instabiliteit hebben tot gevolg dat Afrikanen zullen blijven proberen de EU op allerlei manieren binnen te komen om een veilige plek te vinden in de hoop op een beter leven (economische migratie) of zich te kunnen herenigen met familieleden. De meeste migrerende Afrikanen blijven echter binnen het Afrikaanse continent. Om te voorkomen dat Afrikanen zich überhaupt genoodzaakt zien hun thuis te verlaten, acht de EVP-Fractie het absoluut noodzakelijk dat de EU en Afrika de oorzaken van migratie gezamenlijk aanpakken. Als de hierboven genoemde uitdagingen (handel, investeringen en het scheppen van werkgelegenheid, toegang tot kwaliteitsonderwijs, aanpassing aan de klimaatverandering en uitdagingen op het gebied van milieu, versterking van gezondheidsstelsels, hervorming van de landbouw, doeltreffendheid en doelmatigheid van ontwikkelingshulp, institutionele opbouw en behoorlijk bestuur, vrede en veiligheid en de geopolitieke concurrentie op het Afrikaanse continent) naar behoren worden aangepakt, kunnen de migratiestromen vanuit Afrika naar Europa in aanzienlijke mate worden beperkt. Beide continenten moeten de samenwerking intensiveren en zorgen dat in dat kader de eerbiediging van de mensenrechten en het internationale recht en de naleving van de beginselen van samenwerking, solidariteit en gedeelde verantwoordelijkheid voorop staan. De EU moet dus concrete stappen zetten in die zin dat zij, in nauwe samenwerking met de Afrikaanse autoriteiten, de diepere oorzaken van migratie aanpakt, een doeltreffend beleid inzake legale migratie ontwikkelt, bij de ontwikkeling van haar beleid op het gebied van ontwikkelingssamenwerking rekening houdt met het migratiebeleid, de samenwerking op het gebied van grensbeheer intensiveert, zich inzet voor de bestrijding van mensenhandelaren en ‑smokkelaars die betrokken zijn bij illegale migratie, en met Afrika terugkeer- en overnameovereenkomsten sluit, waaronder eventueel informele overeenkomsten.

Verwezenlijking van strategische prioriteiten en het boeken van concrete resultaten

Het is voor de Europese Unie van groot belang dat er in Afrika sprake is van veiligheid en stabiliteit. We hebben behoefte aan een nieuwe aanpak om het democratisch multilateralisme verder te ontwikkelen zodat gemeenschappelijke uitdagingen kunnen worden aangepakt en nauw kan worden samengewerkt met Afrikaanse landen, wat belangrijke internationale partners en actoren zijn. In dit document zijn tien gebieden in kaart gebracht waarop de EU en Afrika niet alleen voor uitdagingen staan, maar ook kansen hebben, en worden prioritaire acties opgesomd om deze kansen te benutten en de gemeenschappelijke uitdagingen aan te pakken. Om ervoor te zorgen dat de EU en Afrika de hierboven geschetste strategische prioriteiten verwezenlijken en concrete resultaten boeken, moeten de EU en Afrika volgens de EVP-Fractie aan bepaalde voorwaarden voldoen. Ten eerste moeten de EU en Afrika zich ten volle inzetten voor een strategisch partnerschap dat de weg moet effenen voor een partnerschap tussen echt gelijkwaardige partijen, waarbij er een verschuiving plaatsvindt van een donor-ontvanger-relatie naar betrekkingen die gebaseerd zijn op de leidende beginselen van wederkerigheid, wederzijds voordeel, gedeelde verantwoordelijkheid en solidariteit. Ten tweede moeten de EU-instellingen en de lidstaten in het kader van hun betrekkingen met het Afrikaanse continent eensgezinder en coherenter handelen en moeten zij nauw samenwerken om gemeenschappelijke prioriteiten te verwezenlijken. Ten derde en laatste moeten de EU en Afrika eraan werken de samenwerking op gebieden waarop zij gemeenschappelijke belangen hebben te versterken en concrete gezamenlijke langetermijndoelstellingen vast te stellen, hun samenwerking te structureren, op alle bestuursniveaus vaker met elkaar in dialoog te gaan, en op parlementair niveau intensiever met elkaar samen te werken. De EVP-Fractie is ervan overtuigd dat deze aanpak in combinatie met de hierboven geschetste strategische prioriteiten de EU en Afrika in staat zal stellen sterker uit de COVID-19-pandemie te komen en concrete resultaten te bereiken waarvan zowel Europa als Afrika, alsook de bevolkingen van beide continenten kunnen profiteren.