Parlement wil zelf beslissen waar het bijeenkomt

De Europese verdragen bepalen dat het Europees Parlement 12 weken per jaar plenair moet bijeenkomen in Straatsburg. De rest van de parlementaire activiteiten vindt plaats in Brussel, waar ook de Raad en de Commissie opereren. In het Europees Parlement gaan al vele jaren stemmen op om een einde te maken aan het dure en tijdsintensieve pendelen, en ondubbelzinnig te kiezen voor een "single seat", een parlement op één plaats: Brussel. Vandaag keurde het Parlement een rapport goed dat die vraag kracht bij zet.

Marianne Thyssen: "Een parlement dat twaalf keer per jaar van Brussel naar Straatsburg moet verhuizen, dat is echt een verspilling van geld, tijd en energie. Dit kost de Europese belastingbetaler per jaar naar schatting 150 à 200 miljoen euro. Dat geld zouden we véél beter kunnen besteden. Het is ook ecologisch niet langer verantwoord."

Het Europees Parlement maakte vandaag opnieuw duidelijk dat het op één plaats wil werken, in casu in Brussel. Dit kan momenteel enkel via een unanieme beslissing van alle regeringen van de 28 lidstaten. Maar onder meer Frankrijk houdt dit tegen om economische redenen en de symbolische betekenis van Straatsburg voor de vrede in Europa. Maar de belangen van één Franse stad mogen niet ten koste gaan van het belang van een half miljard Europeanen.

Marianne Thyssen: "Deze verspilling stuit zoveel mensen tegen de borst, dat het imago van Europa bij de mensen eronder lijdt. Niemand krijgt dit nog aan de mensen uitgelegd. Daarom vraagt het Parlement dat wordt gekozen voor de eenvoudigste oplossing: laat het Europees Parlement zelf beslissen waar en wanneer het bijeenkomt en laat ons daartoe het Verdrag wijzigen. Dat we dan in Brussel eindigen is logisch. Het zal  ons ook meer toelaten ons werk beter, goedkoper en ecologisch meer verantwoord te organiseren. "